Resumen


Neerlandés

Traducciones detalladas de volstorten de neerlandés a alemán

volstorten:

volstorten verbo (stort vol, stortte vol, stortten vol, volgestort)

  1. volstorten (vullen; volplempen; volmaken)
    ausfüllen; füllen; vollgießen; anfüllen
    • ausfüllen verbo (fülle aus, füllst aus, füllt aus, füllte aus, fülltet aus, ausgefüllt)
    • füllen verbo (fülle, füllst, füllt, füllte, fülltet, gefüllt)
    • vollgießen verbo (gieße voll, gießt voll, goß voll, goßt voll, vollgegossen)
    • anfüllen verbo (fülle an, füllst an, füllt an, füllte an, fülltet an, angefüllt)

Conjugaciones de volstorten:

o.t.t.
  1. stort vol
  2. stort vol
  3. stort vol
  4. storten vol
  5. storten vol
  6. storten vol
o.v.t.
  1. stortte vol
  2. stortte vol
  3. stortte vol
  4. stortten vol
  5. stortten vol
  6. stortten vol
v.t.t.
  1. heb volgestort
  2. hebt volgestort
  3. heeft volgestort
  4. hebben volgestort
  5. hebben volgestort
  6. hebben volgestort
v.v.t.
  1. had volgestort
  2. had volgestort
  3. had volgestort
  4. hadden volgestort
  5. hadden volgestort
  6. hadden volgestort
o.t.t.t.
  1. zal volstorten
  2. zult volstorten
  3. zal volstorten
  4. zullen volstorten
  5. zullen volstorten
  6. zullen volstorten
o.v.t.t.
  1. zou volstorten
  2. zou volstorten
  3. zou volstorten
  4. zouden volstorten
  5. zouden volstorten
  6. zouden volstorten
diversen
  1. stort vol!
  2. stort vol!
  3. volgestort
  4. volstortend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

volstorten [znw.] sustantivo

  1. volstorten (volstorting)
    die Anschüttung; Anschütten

Translation Matrix for volstorten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Anschütten volstorten; volstorting aanplempen; aanvullen
Anschüttung volstorten; volstorting
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
anfüllen volmaken; volplempen; volstorten; vullen bijschenken; bijtanken; bijvullen; farceren; opvullen; vullen
ausfüllen volmaken; volplempen; volstorten; vullen invullen
füllen volmaken; volplempen; volstorten; vullen bijvullen; bottelen; opvullen; plomberen; vol worden; volgieten; volgooien; vollopen; volschenken; vullen
vollgießen volmaken; volplempen; volstorten; vullen volgieten; volgooien; vullen

Traducciones automáticas externas: