Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. drenken:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de drenken de neerlandés a inglés

drenken:

drenken verbo (drenk, drenkt, drenkte, drenkten, gedrenkt)

  1. drenken (doortrekken met vloeistof)
    drench; to soak
    • drench verbo
    • soak verbo (soaks, soaked, soaking)
  2. drenken (te drinken geven)
    to let drink; to water
    • let drink verbo (lets drink, let drink, letting drink)
    • water verbo (waters, watered, watering)

Conjugaciones de drenken:

o.t.t.
  1. drenk
  2. drenkt
  3. drenkt
  4. drenken
  5. drenken
  6. drenken
o.v.t.
  1. drenkte
  2. drenkte
  3. drenkte
  4. drenkten
  5. drenkten
  6. drenkten
v.t.t.
  1. heb gedrenkt
  2. hebt gedrenkt
  3. heeft gedrenkt
  4. hebben gedrenkt
  5. hebben gedrenkt
  6. hebben gedrenkt
v.v.t.
  1. had gedrenkt
  2. had gedrenkt
  3. had gedrenkt
  4. hadden gedrenkt
  5. hadden gedrenkt
  6. hadden gedrenkt
o.t.t.t.
  1. zal drenken
  2. zult drenken
  3. zal drenken
  4. zullen drenken
  5. zullen drenken
  6. zullen drenken
o.v.t.t.
  1. zou drenken
  2. zou drenken
  3. zou drenken
  4. zouden drenken
  5. zouden drenken
  6. zouden drenken
diversen
  1. drenk!
  2. drenkt!
  3. gedrenkt
  4. drenkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for drenken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
soak dronkaard; dronkelap; dronkeman; zatlap
water water
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
drench doortrekken met vloeistof; drenken
let drink drenken; te drinken geven
soak doortrekken met vloeistof; drenken afweken; doorweken; in de week zetten; inweken; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken
water drenken; te drinken geven begieten; besproeien; bespuiten; bevloeien; bevochtigen; huilen; irrigeren; sproeien; tranen; tranen afscheiden; water geven

Wiktionary: drenken

drenken
verb
  1. drinken geven aan

Cross Translation:
FromToVia
drenken drench; flood; overwhelm; swamp; dampen; irrigate; water abreuverfaire boire (un animal, particulièrement un cheval).