Neerlandés

Traducciones detalladas de magazijn de neerlandés a inglés

magazijn:

magazijn [het ~] sustantivo

  1. het magazijn (voorraadkamer; voorraadplaats; provisiekamer)
    the storage; the storeroom
  2. het magazijn (voorraadmagazijn)
    the storehouse; the warehouse
  3. het magazijn (geweermagazijn)
    the warehouse; the store; the arms depot
    the depot
    – a depository for goods 1
    • depot [the ~] sustantivo
  4. het magazijn
    the warehouse
    – A building or structure where materials or goods are stored on an interim basis until they are transferred to their destination. 2

Translation Matrix for magazijn:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
arms depot geweermagazijn; magazijn wapenopslagplaats
depot geweermagazijn; magazijn bergplaats; depot; opslag; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; provisiekast; station; voorraadschuur; warenhuis
storage magazijn; provisiekamer; voorraadkamer; voorraadplaats goederenopslag; voorraadvorming
store geweermagazijn; magazijn archief; bergplaats; depot; ligopslagplaats; opslag; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; provisiekast; voorraadschuur; warenhuis
storehouse magazijn; voorraadmagazijn bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis
storeroom magazijn; provisiekamer; voorraadkamer; voorraadplaats berghok; berging; bergruimte
warehouse geweermagazijn; magazijn; voorraadmagazijn bergplaats; depot; goederenloods; goederenopslagruimte; opslag; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; provisiekast; voorraadschuur; warenhuis
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
store archiveren; bewaren; deponeren; hamsteren; opbergen; oppotten; opslaan; opzij leggen; potten; stallen; wegbergen; wegsluiten; wegzetten

Palabras relacionadas con "magazijn":


Wiktionary: magazijn

magazijn
noun
  1. ammunition clip
  2. ammunition storehouse
  3. place where items may be kept

Cross Translation:
FromToVia
magazijn warehouse Lager — Raum oder Gebäude zur geordneten Unterbringung von Waren
magazijn service; facility; attendance; function; job; office; post; capacity; position office — Fonction, emploi
magazijn reservation; reserve; reserves; supply; resource; stock; store; administration; pantry; storehouse; storeroom; victuals; box-room; storage room; cache; without reserve réserveaction de réserver.