Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. afdruk:
  2. afdrukken:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de afdruk de neerlandés a inglés

afdruk:

afdruk [de ~ (m)] sustantivo

  1. de afdruk (print)
    the print; the print-out

Translation Matrix for afdruk:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
print afdruk; print afdrukken; afdruksel; druk; drukken; drukwerk; gedrukt stuk; oplage; uitgave; werk dat uit drukken bestaat
print-out afdruk; print computeruitdraai
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
print bedrukken; opdrukken; overdrukken; printen

Palabras relacionadas con "afdruk":


Wiktionary: afdruk

afdruk
noun
  1. visible impression

Cross Translation:
FromToVia
afdruk print Drucknur Plural 2: Ergebnis des Reproduktionsverfahrens [2]
afdruk print Druckkein Plural: Reproduktionsverfahren
afdruk imprint; trace; track; spoor; trail; fingerprint; footprint empreinte — Figure empreinte, impression, marque.
afdruk impression; imprint; printing; printout; trace; track; spoor; trail; printed matter; air; aura; effect impression — imprimerie|fr action par laquelle une chose appliquer sur une autre y laisser une empreinte ; résultat de cette action.
afdruk proof épreuve — Feuille d’impression...; Premières feuilles...; Toute estampe tirée après...

afdruk forma de afdrukken:

afdrukken [het ~] sustantivo

  1. het afdrukken (drukken)
    the print; the printing; the edition

afdrukken verbo (druk af, drukt af, drukte af, drukten af, afgedrukt)

  1. afdrukken (trekker overhalen; vuren)
    to pull the trigger
    • pull the trigger verbo (pulls the trigger, pulled the trigger, pulling the trigger)

Conjugaciones de afdrukken:

o.t.t.
  1. druk af
  2. drukt af
  3. drukt af
  4. drukken af
  5. drukken af
  6. drukken af
o.v.t.
  1. drukte af
  2. drukte af
  3. drukte af
  4. drukten af
  5. drukten af
  6. drukten af
v.t.t.
  1. heb afgedrukt
  2. hebt afgedrukt
  3. heeft afgedrukt
  4. hebben afgedrukt
  5. hebben afgedrukt
  6. hebben afgedrukt
v.v.t.
  1. had afgedrukt
  2. had afgedrukt
  3. had afgedrukt
  4. hadden afgedrukt
  5. hadden afgedrukt
  6. hadden afgedrukt
o.t.t.t.
  1. zal afdrukken
  2. zult afdrukken
  3. zal afdrukken
  4. zullen afdrukken
  5. zullen afdrukken
  6. zullen afdrukken
o.v.t.t.
  1. zou afdrukken
  2. zou afdrukken
  3. zou afdrukken
  4. zouden afdrukken
  5. zouden afdrukken
  6. zouden afdrukken
diversen
  1. druk af!
  2. drukt af!
  3. afgedrukt
  4. afdrukkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for afdrukken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
edition afdrukken; drukken aflevering; bewerking; editie; herschreven stuk; uitgave
print afdrukken; drukken afdruk; afdruksel; druk; drukwerk; gedrukt stuk; oplage; print; uitgave; werk dat uit drukken bestaat
printing afdrukken; drukken bedrukking; drukkerij
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
print bedrukken; opdrukken; overdrukken; printen
printing boekdrukken
pull the trigger afdrukken; trekker overhalen; vuren

Palabras relacionadas con "afdrukken":


Wiktionary: afdrukken

afdrukken
verb
  1. (op papier) weergeven d.m.v. een printer of een drukpers
afdrukken
verb
  1. to copy something on a surface, especially by machine

Cross Translation:
FromToVia
afdrukken stamp; mark estampillermarquer avec une estampille.
afdrukken print imprimerfaire ou laisser une empreinte sur quelque chose, y marquer des traits, une figure.