Resultados de busbar en neerlandés e inglés

• bus: coach; bus; touringcar; motor-bus; sightseeing coach; tour bus; can; box; tin; container; canister; bin; storage can; little can; little drum
• bar: bar; inn; pub; tavern; café; coffeeshop; liquor cabinet; bare; barren; poor; miserable; terrible; abominable; meagre; paltry; meager

• burger; bunker; bumper; bulder; bus; busje; buste; bussen; busrit; busjes

• bus: bus; autobus; touringcar; omnibus
• bar: stok; staf; stang; baton; bar; café; kroeg; taveerne; lokaliteit; tapperij; stijl; tralie; spijl; buffet; tap; toog; tapkast; spon; drankbuffet; staaf; tablet; plak; reep; pastille; reep chocolade; afschermen; afgrendelen; dwarsbalk; dwarshout; hindernis; hinderpaal; traliën; versperren; versperring; barricaderen; gelagkamer; kruishout; roadblock; ritshout; coffeeshop

• buster; bugbear; busby; busier; busker; buses; bush; bust; burner; bushel

Translation Matrix for busbar:

Sinónimos de "busbar":

Definiciones relacionadas de "busbar":