Neerlandés
Inglés
Traducciones detalladas de madera de inglés a neerlandés
madera: (*Aplicando el separador de palabras y frases)
- mad: boos; kwaad; woedend; dol; woest; razend; nijdig; hels; furieus; laaiend; tierend; gek; waanzinnig; krankzinnig; geestesziek; idioot; gestoord; zot; achterlijk; maf; geschift; mesjogge; stupide; krankjorum; niet goed snik; idioterig; naarstig; verwoed; vreemd; typisch; mal; eigenaardig; dwaas; achterlijke; waanzinnige; zwakzinnige; geschifte
- era: periode; tijdperk; tijdvak; tijdsverloop; epoch; tijdsgewricht; epoche; tijd; jaartelling; era; tijdrekening
Sugerencias ortográficas de: madera
Traducciones automáticas externas: