Neerlandés

Traducciones detalladas de beving de neerlandés a inglés

beving:

beving [de ~ (v)] sustantivo

  1. de beving (gebeef)
    the trembling; the shudder

Translation Matrix for beving:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
shudder beving; gebeef bibberen; huivering; rillen; rilling; siddering
trembling beving; gebeef beven; huivering; rilling; siddering; trilling; vibratie
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
shudder beven; bibberen; door afgrijzen bevangen worden; griezelen; gruwelen; gruwen; huiveren; ijzen; rillen; sidderen; trillen; verstijven; vibreren
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
trembling bevend; beverig; bibberend; huiverend; rillend; sidderend; trillend; vibrerend

Wiktionary: beving

beving
noun
  1. aardbeving
beving
noun
  1. a trembling shake

Cross Translation:
FromToVia
beving quiver; shiver; thrill; quivering; vibration; tremor; tingle frissontremblement causer par le froid ou la fièvre.

bevangen:

bevangen adj.

  1. bevangen

bevangen verbo (bevang, bevangt, beving, bevingen, bevangen)

  1. bevangen
    overcome by; to seize

Conjugaciones de bevangen:

o.t.t.
  1. bevang
  2. bevangt
  3. bevangt
  4. bevangen
  5. bevangen
  6. bevangen
o.v.t.
  1. beving
  2. beving
  3. beving
  4. bevingen
  5. bevingen
  6. bevingen
v.t.t.
  1. heb bevangen
  2. hebt bevangen
  3. heeft bevangen
  4. hebben bevangen
  5. hebben bevangen
  6. hebben bevangen
v.v.t.
  1. had bevangen
  2. had bevangen
  3. had bevangen
  4. hadden bevangen
  5. hadden bevangen
  6. hadden bevangen
o.t.t.t.
  1. zal bevangen
  2. zult bevangen
  3. zal bevangen
  4. zullen bevangen
  5. zullen bevangen
  6. zullen bevangen
o.v.t.t.
  1. zou bevangen
  2. zou bevangen
  3. zou bevangen
  4. zouden bevangen
  5. zouden bevangen
  6. zouden bevangen
diversen
  1. bevang!
  2. bevangt!
  3. bevangen
  4. bevangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bevangen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
overcome onderkrijgen; overbluffen; overdonderen; overmannen; overmeesteren; overweldigen; overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen; zich meester maken van
overcome by bevangen
seize bevangen aanhouden; aanklampen; aanpakken; arresteren; beetgrijpen; beetpakken; bemachtigen; betrappen; buitmaken; confisqueren; eigen maken; gevangennemen; graaien; grijpen; grissen; iets bemachtigen; in beslag nemen; ingrijpen; inrekenen; jatten; klauwen; klemmen; knellen; kopen; omklemmen; oppakken; pakken; pikken; snaaien; snappen; te pakken krijgen; toegrijpen; toetasten; vangen; vastklampen; vastpakken; vatten; verbeurdverklaren; verkrijgen; veroveren; verstrikken; verwerven; wegkapen; zich bedienen
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
overcome bevangen

Palabras relacionadas con "bevangen":

  • bevangenheid