Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. ontgrendelen:
  2. Ontgrendelen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de ontgrendelen de neerlandés a inglés

ontgrendelen:

ontgrendelen verbo (ontgrendel, ontgrendelt, ontgrendelde, ontgrendelden, ontgrendeld)

  1. ontgrendelen (ontsluiten)
    to unlock; to unbolt; to open; to open up
    • unlock verbo (unlocks, unlocked, unlocking)
    • unbolt verbo (unbolts, unbolted, unbolting)
    • open verbo (opens, opened, opening)
    • open up verbo (opens up, opened up, opening up)
  2. ontgrendelen
    to unlock
    – To gain access to all phone functionality by entering the correct password when the phone has locked itself due to delayed use or when the user has manually locked it. 1
    • unlock verbo (unlocks, unlocked, unlocking)
  3. ontgrendelen
    to unlock
    – To allow the shared user profile configuration set by the administrator to be modified by users from one session to another. 1
    • unlock verbo (unlocks, unlocked, unlocking)

Conjugaciones de ontgrendelen:

o.t.t.
  1. ontgrendel
  2. ontgrendelt
  3. ontgrendelt
  4. ontgrendelen
  5. ontgrendelen
  6. ontgrendelen
o.v.t.
  1. ontgrendelde
  2. ontgrendelde
  3. ontgrendelde
  4. ontgrendelden
  5. ontgrendelden
  6. ontgrendelden
v.t.t.
  1. heb ontgrendeld
  2. hebt ontgrendeld
  3. heeft ontgrendeld
  4. hebben ontgrendeld
  5. hebben ontgrendeld
  6. hebben ontgrendeld
v.v.t.
  1. had ontgrendeld
  2. had ontgrendeld
  3. had ontgrendeld
  4. hadden ontgrendeld
  5. hadden ontgrendeld
  6. hadden ontgrendeld
o.t.t.t.
  1. zal ontgrendelen
  2. zult ontgrendelen
  3. zal ontgrendelen
  4. zullen ontgrendelen
  5. zullen ontgrendelen
  6. zullen ontgrendelen
o.v.t.t.
  1. zou ontgrendelen
  2. zou ontgrendelen
  3. zou ontgrendelen
  4. zouden ontgrendelen
  5. zouden ontgrendelen
  6. zouden ontgrendelen
diversen
  1. ontgrendel!
  2. ontgrendelt!
  3. ontgrendeld
  4. ontgrendelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ontgrendelen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
open vrije ruimten
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
open ontgrendelen; ontsluiten aanbreken; beginnen; een begin nemen; inleiden; inluiden; losgaan; loskrijgen; ontsluiten; open krijgen; opendoen; opendraaien; openen; opengaan; opengooien; openklappen; openmaken; openslaan; openwerpen; starten
open up ontgrendelen; ontsluiten graven; koloniseren; ontsluiten; opdelven; opendoen; opendraaien; openen; openmaken; opgraven; scheppen; settelen; vestigen
unbolt ontgrendelen; ontsluiten
unlock ontgrendelen; ontsluiten losknopen; ontknopen; ontsluiten; opendoen; opendraaien; openen; openmaken
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
open benaderbaar; eerlijk; frank; genaakbaar; gulweg; niet dicht; onbedekt; onbewimpeld; onomwonden; onoverdekt; onverholen; onverhuld; open; openhartig; oprecht; rechtschapen; rechttoe; ronduit; toegankelijk; vrij; vrijelijk; vrijuit

Wiktionary: ontgrendelen

ontgrendelen
verb
  1. to undo or open a lock
  2. give access to something

Ontgrendelen:

Ontgrendelen verbo

  1. Ontgrendelen
    Unlock
    – An option that unlocks the keypad after it was locked. 1

Ontgrendelen

  1. Ontgrendelen
    the Unlock
    – A UI button that gives a user access to all phone functionality when the phone has locked itself due to delayed use or when the user has manually locked it. 1

Translation Matrix for Ontgrendelen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Unlock Ontgrendelen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
Unlock Ontgrendelen