Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. verbeten:
  2. verbijten:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verbeten de neerlandés a inglés

verbeten:


Translation Matrix for verbeten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
recalcitrant weigeraar
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
dogged verbeten obstinaat
exasperated onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt bitter teleurgesteld; gebeten; verbitterd
grim grimmig; verbeten aangebrand; gevoelig; gruwelijk; humeurig; korzelig; lichtgeraakt
recalcitrant haatdragend; verbeten bokkig; dwars; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; opstandig; rebellerend; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; weerbarstig; weerspannig
sullen grimmig; verbeten aangebrand; bokkig; chagrijnig; dwars; gemelijk; gevoelig; humeurig; knorrig; koppig; korzelig; lichtgeraakt; nors; nurks; stijfhoofdig; stuurs; weerbarstig; weerspannig; wrevelig
suppressed onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
embittered grimmig; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt bitter teleurgesteld; gebeten; verbitterd
tight lipped haatdragend; verbeten

Palabras relacionadas con "verbeten":


Wiktionary: verbeten


Cross Translation:
FromToVia
verbeten stubborn; obstinate; obdurate; dogged; headstrong; wilful obstiné — Qui s’obstiner ; qui entêter ou acharner.

verbijten:

verbijten verbo (verbijt, verbeet, verbeten, verbeten)

  1. verbijten (verkroppen)
    to digest; to swallow; stomach
    • digest verbo (digests, digested, digesting)
    • swallow verbo (swallows, swallowed, swallowing)
    • stomach verbo

Conjugaciones de verbijten:

o.t.t.
  1. verbijt
  2. verbijt
  3. verbijt
  4. verbijten
  5. verbijten
  6. verbijten
o.v.t.
  1. verbeet
  2. verbeet
  3. verbeet
  4. verbeten
  5. verbeten
  6. verbeten
v.t.t.
  1. heb verbeten
  2. hebt verbeten
  3. heeft verbeten
  4. hebben verbeten
  5. hebben verbeten
  6. hebben verbeten
v.v.t.
  1. had verbeten
  2. had verbeten
  3. had verbeten
  4. hadden verbeten
  5. hadden verbeten
  6. hadden verbeten
o.t.t.t.
  1. zal verbijten
  2. zult verbijten
  3. zal verbijten
  4. zullen verbijten
  5. zullen verbijten
  6. zullen verbijten
o.v.t.t.
  1. zou verbijten
  2. zou verbijten
  3. zou verbijten
  4. zouden verbijten
  5. zouden verbijten
  6. zouden verbijten
diversen
  1. verbijt!
  2. verbijt!
  3. verbeten
  4. verbijtende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verbijten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
stomach maag; onderbuik; onderlichaam
swallow boerenzwaluw; zwaluw
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
digest verbijten; verkroppen uitgeven voor een maaltijd; verteren
stomach verbijten; verkroppen
swallow verbijten; verkroppen beheersen; doorslikken; inhouden; inlopen; innemen; inslikken; instinken; intuinen; medicijn innemen; rustig blijven; slikken; wegslikken

Wiktionary: verbijten

verbijten
verb
  1. zijn gevoelens van ergernis of pijn onder controle houden