Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. glazuur:
  2. glazuren:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de glazuur de neerlandés a español

glazuur:

glazuur [het ~] sustantivo

  1. het glazuur (verglaassel; glazuurwerk)
    el esmalte; el glaseado; el vidriado; la esmaltería

Translation Matrix for glazuur:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
esmalte glazuur; glazuurwerk; verglaassel graffiti; ingekrast muurinschrift
esmaltería glazuur; glazuurwerk; verglaassel
glaseado glazuur; glazuurwerk; verglaassel mattering
vidriado glazuur; glazuurwerk; verglaassel
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
glaseado geglaceerd; geglansd; geglazuurd

Palabras relacionadas con "glazuur":


Wiktionary: glazuur

glazuur
noun
  1. 2
  2. mengsel van poedersuiker...

Cross Translation:
FromToVia
glazuur frita; esmalte glaze — coating on pottery

glazuur forma de glazuren:

glazuren verbo (glazuur, glazuurt, glazuurde, glazuurden, geglazuurd)

  1. glazuren (verglazen; met glazuur bedekken)

Conjugaciones de glazuren:

o.t.t.
  1. glazuur
  2. glazuurt
  3. glazuurt
  4. glazuren
  5. glazuren
  6. glazuren
o.v.t.
  1. glazuurde
  2. glazuurde
  3. glazuurde
  4. glazuurden
  5. glazuurden
  6. glazuurden
v.t.t.
  1. heb geglazuurd
  2. hebt geglazuurd
  3. heeft geglazuurd
  4. hebben geglazuurd
  5. hebben geglazuurd
  6. hebben geglazuurd
v.v.t.
  1. had geglazuurd
  2. had geglazuurd
  3. had geglazuurd
  4. hadden geglazuurd
  5. hadden geglazuurd
  6. hadden geglazuurd
o.t.t.t.
  1. zal glazuren
  2. zult glazuren
  3. zal glazuren
  4. zullen glazuren
  5. zullen glazuren
  6. zullen glazuren
o.v.t.t.
  1. zou glazuren
  2. zou glazuren
  3. zou glazuren
  4. zouden glazuren
  5. zouden glazuren
  6. zouden glazuren
en verder
  1. is geglazuurd
  2. zijn geglazuurd
diversen
  1. glazuur!
  2. glazuurt!
  3. geglazuurd
  4. glazurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for glazuren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
almibarar glazuren; met glazuur bedekken; verglazen glaceren
esmaltar glazuren; met glazuur bedekken; verglazen emailleren; moffelen
glasear glazuren; met glazuur bedekken; verglazen glaceren

Palabras relacionadas con "glazuren":


Wiktionary: glazuren

glazuren
verb
  1. met een laag glazuur bedekken
  2. met een laag glanzende suiker bedekken

Cross Translation:
FromToVia
glazuren velar glaze — to apply a thin layer of coating

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de glazuur