Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. avanceren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de avanceren de neerlandés a español

avanceren:

avanceren verbo (avanceer, avanceert, avanceerde, avanceerden, geavanceerd)

  1. avanceren (promoten; helpen)
  2. avanceren (doorlopen; verdergaan; voortgaan; verder lopen)

Conjugaciones de avanceren:

o.t.t.
  1. avanceer
  2. avanceert
  3. avanceert
  4. avanceren
  5. avanceren
  6. avanceren
o.v.t.
  1. avanceerde
  2. avanceerde
  3. avanceerde
  4. avanceerden
  5. avanceerden
  6. avanceerden
v.t.t.
  1. heb geavanceerd
  2. hebt geavanceerd
  3. heeft geavanceerd
  4. hebben geavanceerd
  5. hebben geavanceerd
  6. hebben geavanceerd
v.v.t.
  1. had geavanceerd
  2. had geavanceerd
  3. had geavanceerd
  4. hadden geavanceerd
  5. hadden geavanceerd
  6. hadden geavanceerd
o.t.t.t.
  1. zal avanceren
  2. zult avanceren
  3. zal avanceren
  4. zullen avanceren
  5. zullen avanceren
  6. zullen avanceren
o.v.t.t.
  1. zou avanceren
  2. zou avanceren
  3. zou avanceren
  4. zouden avanceren
  5. zouden avanceren
  6. zouden avanceren
diversen
  1. avanceer!
  2. avanceert!
  3. geavanceerd
  4. avancerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for avanceren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
acelerar el paso avanceren; doorlopen; verder lopen; verdergaan; voortgaan
ayudar avanceren; helpen; promoten assisteren; bijdragen; bijspringen; bijstaan; doorhelpen; handreiken; helpen; iemand vervangen; meehelpen; ondersteunen; seconderen; verder helpen; verderhelpen; vooruithelpen; weldoen
promocionar avanceren; helpen; promoten aanjagen; aansporen; motiveren; opjutten; porren; vooruitschoppen

Wiktionary: avanceren


Cross Translation:
FromToVia
avanceren avanzar; adelantarse; adelantar; precedir avancerpousser en avant, porter en avant.

Traducciones automáticas externas: