Neerlandés

Traducciones detalladas de omtrek de neerlandés a español

omtrek:

omtrek [de ~ (m)] sustantivo

  1. de omtrek (vorm)
    el marco; el borde
  2. de omtrek (omgeving; omstreek)
    el entorno; el alrededores; la proximidades; la cercanías
  3. de omtrek (afmeting van omlijning)
    la circunferencia; el perímetro; el contorno; el límite
  4. de omtrek (omlijning; contour)
    el contorno

Translation Matrix for omtrek:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
alrededores omgeving; omstreek; omtrek omgevingen; omstreken
borde omtrek; vorm band; boekdeel; boord; boordsel; deel; flank; galon; geluidsniveau; gootlijst; haarband; haarlint; halskraag; kader; kant; koers; kraag; kranslijst; lijst; lint; omranding; omzoming; oplegsel; passement; rand; randje; route; schilderijlijst; vleugel van een gebouw; volume; wal; waterkant; zij; zijde; zijde van een schip; zijkant; zoom
cercanías omgeving; omstreek; omtrek omstreken
circunferencia afmeting van omlijning; omtrek cirkelomtrek
contorno afmeting van omlijning; contour; omlijning; omtrek profiel
entorno omgeving; omstreek; omtrek omgeving
límite afmeting van omlijning; omtrek bandbreedtebeperking; begrenzing; grens; grenswaarde; lijn; limiet; netwerkbandbreedtebeperking; schreef; uiterste
marco omtrek; vorm allegaartje; boordsel; frame; galon; geraamte; gezichtsmasker; graadmeetapparaat; graadmeter; gradenmeter; ijk; ijking; indicator; kozijn; kroonlijst; mark; mengelmoes; omzoming; oplegsel; passement; raamwerk; rand; samenraapsel; skelet; vensterkozijn; zoom
perímetro afmeting van omlijning; omtrek
proximidades omgeving; omstreek; omtrek omstreken
- omgeving
Not SpecifiedTraducciones relacionadasOther Translations
borde rand
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
límite maximale

Palabras relacionadas con "omtrek":


Sinónimos de "omtrek":


Definiciones relacionadas de "omtrek":

  1. gebied om iets heen1
    • in de wijde omtrek zie je geen huis1
  2. buitenste lijn1
    • hij tekent de omtrek van een paard1

Wiktionary: omtrek

omtrek
noun
  1. de lengte van een gesloten kromme
  2. het gebied rondom een bepaalde plaats

Cross Translation:
FromToVia
omtrek circunferencia circumference — line that bounds a circle or other two-dimensional object
omtrek circunferencia circumference — length of such line
omtrek circunferencia girth — the distance measured around an object
omtrek contorno outline — outer shape of an object or figure
omtrek perímetro perimeter — sum of the distance of all the lengths of the sides of an object
omtrek perímetro UmfangGeometrie: Länge des Randes einer Fläche
omtrek circunferencia circonférencecontour d’un cercle.

omtrek forma de omtrekken:

omtrekken verbo (trek om, trekt om, trok om, trokken om, omgetrokken)

  1. omtrekken

Conjugaciones de omtrekken:

o.t.t.
  1. trek om
  2. trekt om
  3. trekt om
  4. trekken om
  5. trekken om
  6. trekken om
o.v.t.
  1. trok om
  2. trok om
  3. trok om
  4. trokken om
  5. trokken om
  6. trokken om
v.t.t.
  1. heb omgetrokken
  2. hebt omgetrokken
  3. heeft omgetrokken
  4. hebben omgetrokken
  5. hebben omgetrokken
  6. hebben omgetrokken
v.v.t.
  1. had omgetrokken
  2. had omgetrokken
  3. had omgetrokken
  4. hadden omgetrokken
  5. hadden omgetrokken
  6. hadden omgetrokken
o.t.t.t.
  1. zal omtrekken
  2. zult omtrekken
  3. zal omtrekken
  4. zullen omtrekken
  5. zullen omtrekken
  6. zullen omtrekken
o.v.t.t.
  1. zou omtrekken
  2. zou omtrekken
  3. zou omtrekken
  4. zouden omtrekken
  5. zouden omtrekken
  6. zouden omtrekken
en verder
  1. ben omgetrokken
  2. bent omgetrokken
  3. is omgetrokken
  4. zijn omgetrokken
  5. zijn omgetrokken
  6. zijn omgetrokken
diversen
  1. trek om!
  2. trekt om!
  3. omgetrokken
  4. omtrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omtrekken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
abarcar omtrekken bijsluiten; bijvoegen; insluiten; met handen omvatten; omspannen; omvatten; toevoegen
abrazar omtrekken bijsluiten; bijvoegen; insluiten; knuffelen; knuffen; kozen; kroelen met iemand; liefkozen; omarmen; omhelzen; omstrengelen; toevoegen; zich omdraaien
contornear omtrekken bijsluiten; bijvoegen; insluiten; omvatten; toevoegen
envolver omtrekken beperken; bijsluiten; bijvoegen; compliceren; draperen; emballeren; indammen; ingewikkeld maken; inkapselen; inpakken; inperken; insluiten; inwikkelen; limiteren; met handen omvatten; met stof behangen; moeilijk maken; om het lijf binden; ombinden; omgeven; omringen; omspannen; omvatten; omwikkelen; omwinden; toevoegen; verpakken; wikkelen
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
envolver erbij betrekken; verwikkelen

Palabras relacionadas con "omtrekken":


Traducciones relacionadas de omtrek