Neerlandés

Traducciones detalladas de geboeid de neerlandés a francés

geboeid:


Translation Matrix for geboeid:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
attaché aanknopen; attaché
lié aanknopen
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
lié geboeid; vastgebonden aaneengesloten; aangesloten; een eenheid vormend; eendrachtig; eensgezind; gebonden; harmonieus; niet vrij; obligaat; obligatoir; onvrij; saamhorig; samenhangend; vastgemaakt; verbonden; vereist; verenigd; verplicht
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
amarré geboeid; vastgebonden
assujetti geboeid; geketend knechts; kruiperig; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs
attaché geboeid; vastgebonden aan elkaar zittend; aaneengehecht; aangehecht; aangevoegd; aanhangend; aanhankelijk; gehecht; gekoppeld; opgebonden; vastgehecht; vastgemaakt; vastzittend; verbonden; verkleefd; verknocht
enchaîné geboeid; geketend; vastgebonden geschakeld
fasciné geboeid; gefascineerd; geïntrigeerd
fixé geboeid; vastgebonden aan elkaar zittend; aaneengehecht; aangehecht; aangeplakt; aangevoegd; geconcentreerd; gekoppeld; op één punt gericht; vastgehecht; vastgemaakt; vastzittend; verbonden
intrigué geboeid; gefascineerd; geïntrigeerd
noué geboeid; vastgebonden aaneengesloten; een eenheid vormend; gestrikt; samenhangend; vastgemaakt; verbonden; verenigd
passionné geboeid; gefascineerd; geïntrigeerd bevlogen; bezetene; bezield; brandend; enthousiast; fanatieke; fel; fervent; fonkelend; geestdriftig; geil; gepassioneerd; gloedvol; gloeiend; hanig; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; heftig; hevig; hitsig; met hevige passie; onbeheerst; onstuimig; opgewonden; pinnig; scherp; seksueel opgewonden; snibbig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vinnig; vlijmend; vurig; warm; warmbloedig

boeien:

boeien verbo (boei, boeit, boeide, boeiden, geboeid)

  1. boeien (fascineren; intrigeren)
    fasciner; captiver; saisir; passer les menottes; prendre; lier; relier; enchaîner; obséder; ligoter
    • fasciner verbo (fascine, fascines, fascinons, fascinez, )
    • captiver verbo (captive, captives, captivons, captivez, )
    • saisir verbo (saisis, saisit, saisissons, saisissez, )
    • prendre verbo (prends, prend, prenons, prenez, )
    • lier verbo (lie, lies, lions, liez, )
    • relier verbo (relie, relies, relions, reliez, )
    • enchaîner verbo (enchaîne, enchaînes, enchaînons, enchaînez, )
    • obséder verbo (obsède, obsèdes, obsédons, obsédez, )
    • ligoter verbo (ligote, ligotes, ligotons, ligotez, )
  2. boeien (ketenen; binden; kluisteren)
    lier; saisir; prendre; joindre; enchaîner; captiver; passer les menottes; relier; ligoter
    • lier verbo (lie, lies, lions, liez, )
    • saisir verbo (saisis, saisit, saisissons, saisissez, )
    • prendre verbo (prends, prend, prenons, prenez, )
    • joindre verbo (joins, joint, joignons, joignez, )
    • enchaîner verbo (enchaîne, enchaînes, enchaînons, enchaînez, )
    • captiver verbo (captive, captives, captivons, captivez, )
    • relier verbo (relie, relies, relions, reliez, )
    • ligoter verbo (ligote, ligotes, ligotons, ligotez, )
  3. boeien (aandacht vasthouden; gekluisterd zitten)
    passionner; retenir l'attention
    • passionner verbo (passionne, passionnes, passionnons, passionnez, )

Conjugaciones de boeien:

o.t.t.
  1. boei
  2. boeit
  3. boeit
  4. boeien
  5. boeien
  6. boeien
o.v.t.
  1. boeide
  2. boeide
  3. boeide
  4. boeiden
  5. boeiden
  6. boeiden
v.t.t.
  1. heb geboeid
  2. hebt geboeid
  3. heeft geboeid
  4. hebben geboeid
  5. hebben geboeid
  6. hebben geboeid
v.v.t.
  1. had geboeid
  2. had geboeid
  3. had geboeid
  4. hadden geboeid
  5. hadden geboeid
  6. hadden geboeid
o.t.t.t.
  1. zal boeien
  2. zult boeien
  3. zal boeien
  4. zullen boeien
  5. zullen boeien
  6. zullen boeien
o.v.t.t.
  1. zou boeien
  2. zou boeien
  3. zou boeien
  4. zouden boeien
  5. zouden boeien
  6. zouden boeien
en verder
  1. ben geboeid
  2. bent geboeid
  3. is geboeid
  4. zijn geboeid
  5. zijn geboeid
  6. zijn geboeid
diversen
  1. boei!
  2. boeit!
  3. geboeid
  4. boeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

boeien [de ~] sustantivo, plural

  1. de boeien (handboeien; handijzers)
    la menottes

Translation Matrix for boeien:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
joindre aanlassen
menottes boeien; handboeien; handijzers handboeien; handijzers; ketenen; kluisters; knevels; voetboei
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
captiver binden; boeien; fascineren; intrigeren; ketenen; kluisteren obsederen
enchaîner binden; boeien; fascineren; intrigeren; ketenen; kluisteren aaneenschakelen; aanhouden; arresteren; gevangennemen; gijzelen; handboeien omdoen; in de boeien slaan; inrekenen; ketenen; koppelen; oppakken; ordenen; paren; rangeren; samenvoegen; schiften; sorteren; uitzoeken; vastketenen; vastkluisteren; vastleggen; verbinden
fasciner boeien; fascineren; intrigeren begoochelen; obsederen
joindre binden; boeien; ketenen; kluisteren aaneenlassen; aaneenschakelen; afspreken; bij elkaar leggen; bijdoen; bijeen voegen; bijsluiten; bijvoegen; bundelen; combineren; doorverbinden; een fusie aangaan; elkaar ontmoeten; elkaar zien; erbij doen; erbij optellen; erbij tellen; erbij voegen; fuseren; ineensmelten; koppelen; lassen; meegeven; meesturen; meezenden; paren; samenbundelen; samengaan; samenkomen; samenkoppelen; samensmelten; samenvoegen; toevoegen; treffen; verbinden; versmelten; voegen
lier binden; boeien; fascineren; intrigeren; ketenen; kluisteren aan een touw vastleggen; aan elkaar bevestigen; aan elkaar binden; aan elkaar knopen; aaneenschakelen; aangaan; aanknopen; afbinden; afsnoeren; bevestigen; binden; boekbinden; dichtbinden; ergens aan bevestigen; inbinden; knevelen; knopen; koppelen; onderling verbinden; samenvoegen; strikken; toebinden; van verband voorzien; vastbinden; vastknopen; vastleggen; vastmaken; vastsjorren; vastzetten; verbinden; verzekeren
ligoter binden; boeien; fascineren; intrigeren; ketenen; kluisteren afbinden; afsnoeren; binden; boekbinden; dichtbinden; inbinden; knevelen; knopen; strikken; toebinden; vastbinden; vastmaken
obséder boeien; fascineren; intrigeren obsederen
passer les menottes binden; boeien; fascineren; intrigeren; ketenen; kluisteren handboeien omdoen; in de boeien slaan; ketenen
passionner aandacht vasthouden; boeien; gekluisterd zitten
prendre binden; boeien; fascineren; intrigeren; ketenen; kluisteren aangaan; aanhouden; aanklampen; aannemen; aanpakken; aanvaarden; aanvangen; aanwerven; aanwrijven; absorberen; accepteren; achteroverdrukken; afhalen; afhalen en meenemen; afnemen; arresteren; beetgrijpen; beetnemen; beetpakken; beginnen; benemen; beroven van; beschuldigen; bevangen; bezetten; bezigen; blameren; buitmaken; cadeau aannemen; depriveren; eigen maken; gappen; gebruik maken van; gebruiken; gevangennemen; graaien; grijpen; grissen; hanteren; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; iets bemachtigen; iets halen; in ontvangst nemen; ingrijpen; inpikken; inrekenen; jatten; kapen; kiezen; klauwen; kopen; kwalijk nemen; laken; leegstelen; meenemen; nadragen; nemen; ondernemen; ontfutselen; ontnemen; ontoegankelijk maken; ontvangen; ontvreemden; ophalen; opnemen; oppakken; oppikken; oprapen; opslorpen; opslurpen; opsnappen; pakken; pikken; plunderen; rekruteren; roven; schiften; selecteren; selectie toepassen; snaaien; starten; stelen; te kort doen; te pakken krijgen; toegrijpen; toetasten; toeëigenen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; van start gaan; vangen; vastgrijpen; vastklampen; vastnemen; vastpakken; vatten; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; verkrijgen; veroveren; verstrikken; vervreemden; verwerven; voor de voeten gooien; weghalen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; werven; zich bedienen; ziften
relier binden; boeien; fascineren; intrigeren; ketenen; kluisteren aan elkaar binden; aaneenbinden; afbinden; afsnoeren; binden; dichtbinden; knevelen; knopen; koppelen; onderling verbinden; paren; samenbinden; samenknopen; strikken; toebinden; van verband voorzien; vastbinden; vastmaken; verbinden
retenir l'attention aandacht vasthouden; boeien; gekluisterd zitten
saisir binden; boeien; fascineren; intrigeren; ketenen; kluisteren aanhouden; aanklampen; aanpakken; aanvatten; afvangen; arresteren; beetgrijpen; beetnemen; beetpakken; beginnen te snappen; begrijpen; beseffen; bevangen; doorkrijgen; doorzien; doorzien hebben; frapperen; gevangennemen; grijpen; iets bemachtigen; in hechtenis nemen; ingrijpen; inrekenen; inzien; klauwen; klemmen; knellen; met handen omvatten; met het verstand vatten; omklemmen; omspannen; onderkennen; onderscheppen; ondervangen; onderweg opvangen; oppakken; opvangen; pakken; realiseren; snappen; te pakken krijgen; toegrijpen; toeslaan; toetasten; vangen; vastgrijpen; vastklampen; vastnemen; vastpakken; vatten; verbeurdverklaren; verkrijgen; verstaan; verstrikken; wat neervalt opvangen; zich bedienen

Palabras relacionadas con "boeien":


Wiktionary: boeien

boeien
verb
  1. kluisteren
  2. fascineren

Cross Translation:
FromToVia
boeien entrave fetter — object used to bind a person or animal by its legs
boeien passer les menottes à; enchaîner; menotter handcuff — to apply handcuffs
boeien fers shackles — paired wrist or ankle restraints
boeien attacher fesseln — jemanden (an etwas) festbinden und damit bewegungsunfähig machen
boeien captiver fesseln — jemanden stark beeindrucken, für sich einnehmen