Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. keutel:
  2. keutelen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de keutel de neerlandés a francés

keutel:

keutel [de ~ (m)] sustantivo

  1. de keutel (stuk poep; uitwerpsel; hoop; drol)
    l'excréments; la crotte; la merde; l'étron

Translation Matrix for keutel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
crotte drol; hoop; keutel; stuk poep; uitwerpsel beer; bolus; drek; excrementen; fecaliën; feces; poephoop; prut; smurrie; stronthoop; uitscheiding; uitwerpselen
excréments drol; hoop; keutel; stuk poep; uitwerpsel beer; drek; excrementen; fecaliën; feces; kak; ontlasting; poep; prut; schijt; smurrie; stoelgang; stront; uitscheiding; uitwerpselen
merde drol; hoop; keutel; stuk poep; uitwerpsel beer; drek; excrementen; fecaliën; feces; kak; poep; prut; schijt; smurrie; stront; uitscheiding; uitwerpselen
étron drol; hoop; keutel; stuk poep; uitwerpsel stronthoop
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
merde tering; verdikkeme; verdomd; verdomme

Palabras relacionadas con "keutel":

  • keutelen, keutels, keuteltje, keuteltjes

keutel forma de keutelen:

keutelen verbo (keutel, keutelt, keutelde, keutelden, gekeuteld)

  1. keutelen

Conjugaciones de keutelen:

o.t.t.
  1. keutel
  2. keutelt
  3. keutelt
  4. keutelen
  5. keutelen
  6. keutelen
o.v.t.
  1. keutelde
  2. keutelde
  3. keutelde
  4. keutelden
  5. keutelden
  6. keutelden
v.t.t.
  1. heb gekeuteld
  2. hebt gekeuteld
  3. heeft gekeuteld
  4. hebben gekeuteld
  5. hebben gekeuteld
  6. hebben gekeuteld
v.v.t.
  1. had gekeuteld
  2. had gekeuteld
  3. had gekeuteld
  4. hadden gekeuteld
  5. hadden gekeuteld
  6. hadden gekeuteld
o.t.t.t.
  1. zal keutelen
  2. zult keutelen
  3. zal keutelen
  4. zullen keutelen
  5. zullen keutelen
  6. zullen keutelen
o.v.t.t.
  1. zou keutelen
  2. zou keutelen
  3. zou keutelen
  4. zouden keutelen
  5. zouden keutelen
  6. zouden keutelen
en verder
  1. is gekeuteld
diversen
  1. keutel!
  2. keutelt!
  3. gekeuteld
  4. keutelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for keutelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
musarder keutelen
niaiser keutelen klungelen; klunzen; knoeien; prutsen; stuntelen

Palabras relacionadas con "keutelen":