Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. normeren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de normeren de neerlandés a francés

normeren:

normeren verbo (normeer, normeert, normeerde, normeerden, genormeerd)

  1. normeren
    standardiser
    • standardiser verbo (standardise, standardises, standardisons, standardisez, )

Conjugaciones de normeren:

o.t.t.
  1. normeer
  2. normeert
  3. normeert
  4. normeren
  5. normeren
  6. normeren
o.v.t.
  1. normeerde
  2. normeerde
  3. normeerde
  4. normeerden
  5. normeerden
  6. normeerden
v.t.t.
  1. heb genormeerd
  2. hebt genormeerd
  3. heeft genormeerd
  4. hebben genormeerd
  5. hebben genormeerd
  6. hebben genormeerd
v.v.t.
  1. had genormeerd
  2. had genormeerd
  3. had genormeerd
  4. hadden genormeerd
  5. hadden genormeerd
  6. hadden genormeerd
o.t.t.t.
  1. zal normeren
  2. zult normeren
  3. zal normeren
  4. zullen normeren
  5. zullen normeren
  6. zullen normeren
o.v.t.t.
  1. zou normeren
  2. zou normeren
  3. zou normeren
  4. zouden normeren
  5. zouden normeren
  6. zouden normeren
en verder
  1. is genormeerd
  2. zijn genormeerd
diversen
  1. normeer!
  2. normeert!
  3. genormeerd
  4. normerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for normeren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
standardiser normeren formaliseren; gelijk trekken; normaliseren; standaard aanbrengen; standaardiseren

Wiktionary: normeren

normeren
verb
  1. (overgankelijk) een norm vaststellen voor