Resumen


Neerlandés

Traducciones detalladas de reproduceren de neerlandés a francés

reproduceren:

reproduceren verbo (reproduceer, reproduceert, reproduceerde, reproduceerden, gereproduceerd)

  1. reproduceren (fotokopiëren)
    reproduire; photocopier; copier
    • reproduire verbo (reproduis, reproduit, reproduisons, reproduisez, )
    • photocopier verbo (photocopie, photocopies, photocopions, photocopiez, )
    • copier verbo (copie, copies, copions, copiez, )
  2. reproduceren (verdubbelen; vermenigvuldigen)
    doubler; augmenter du double; redoubler; reproduire
    • doubler verbo (double, doubles, doublons, doublez, )
    • redoubler verbo (redouble, redoubles, redoublons, redoublez, )
    • reproduire verbo (reproduis, reproduit, reproduisons, reproduisez, )

Conjugaciones de reproduceren:

o.t.t.
  1. reproduceer
  2. reproduceert
  3. reproduceert
  4. reproduceren
  5. reproduceren
  6. reproduceren
o.v.t.
  1. reproduceerde
  2. reproduceerde
  3. reproduceerde
  4. reproduceerden
  5. reproduceerden
  6. reproduceerden
v.t.t.
  1. heb gereproduceerd
  2. hebt gereproduceerd
  3. heeft gereproduceerd
  4. hebben gereproduceerd
  5. hebben gereproduceerd
  6. hebben gereproduceerd
v.v.t.
  1. had gereproduceerd
  2. had gereproduceerd
  3. had gereproduceerd
  4. hadden gereproduceerd
  5. hadden gereproduceerd
  6. hadden gereproduceerd
o.t.t.t.
  1. zal reproduceren
  2. zult reproduceren
  3. zal reproduceren
  4. zullen reproduceren
  5. zullen reproduceren
  6. zullen reproduceren
o.v.t.t.
  1. zou reproduceren
  2. zou reproduceren
  3. zou reproduceren
  4. zouden reproduceren
  5. zouden reproduceren
  6. zouden reproduceren
en verder
  1. is gereproduceerd
  2. zijn gereproduceerd
diversen
  1. reproduceer!
  2. reproduceert!
  3. gereproduceerd
  4. reproducerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for reproduceren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
augmenter du double reproduceren; verdubbelen; vermenigvuldigen
copier fotokopiëren; reproduceren afkijken; dupliceren; falsificeren; imiteren; kopie maken; kopie trekken; kopiëren; met pen overtekenen; multipliceren; nabootsen; nadoen; namaken; navolgen; overschrijven; overtrekken; spieken; vervalsen
doubler reproduceren; verdubbelen; vermenigvuldigen blijven zitten; doubleren; dubben; inhalen; nasynchroniseren; omzeilen; passeren; voorbijgaan; voorbijrijden; voorbijvaren
photocopier fotokopiëren; reproduceren fotokopiëren; kopie trekken; kopieën maken; kopiëren; stencilen
redoubler reproduceren; verdubbelen; vermenigvuldigen blijven zitten; doubleren
reproduire fotokopiëren; reproduceren; verdubbelen; vermenigvuldigen beschrijven; kopiëren; nabootsen; namaken; overbrengen; translateren; vermenigvuldigen; vertalen; vertolken; voortplanten; weergeven

Traducciones automáticas externas: