Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. rondgaan:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de rondgaan de neerlandés a francés

rondgaan:

rondgaan verbo (ga rond, gaat rond, ging rond, gingen rond, rondgegaan)

  1. rondgaan (de ronde doen)
    circuler; faire le tour; faire la ronde
    • circuler verbo (circule, circules, circulons, circulez, )

Conjugaciones de rondgaan:

o.t.t.
  1. ga rond
  2. gaat rond
  3. gaat rond
  4. gaan rond
  5. gaan rond
  6. gaan rond
o.v.t.
  1. ging rond
  2. ging rond
  3. ging rond
  4. gingen rond
  5. gingen rond
  6. gingen rond
v.t.t.
  1. ben rondgegaan
  2. bent rondgegaan
  3. is rondgegaan
  4. zijn rondgegaan
  5. zijn rondgegaan
  6. zijn rondgegaan
v.v.t.
  1. was rondgegaan
  2. was rondgegaan
  3. was rondgegaan
  4. waren rondgegaan
  5. waren rondgegaan
  6. waren rondgegaan
o.t.t.t.
  1. zal rondgaan
  2. zult rondgaan
  3. zal rondgaan
  4. zullen rondgaan
  5. zullen rondgaan
  6. zullen rondgaan
o.v.t.t.
  1. zou rondgaan
  2. zou rondgaan
  3. zou rondgaan
  4. zouden rondgaan
  5. zouden rondgaan
  6. zouden rondgaan
diversen
  1. ga rond!
  2. gaat rond!
  3. rondgegaan
  4. rondgaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rondgaan:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
circuler de ronde doen; rondgaan circuleren; in omloop zijn; rouleren
faire la ronde de ronde doen; rondgaan
faire le tour de ronde doen; rondgaan