Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. samenleven:


Neerlandés

Traducciones detalladas de samenleven de neerlandés a francés

samenleven:

samenleven verbo (leef samen, leeft samen, leefde samen, leefden samen, samengeleefd)

  1. samenleven (samenwonen)
    cohabiter; vivre en concubinage
    • cohabiter verbo (cohabite, cohabites, cohabitons, cohabitez, )

Conjugaciones de samenleven:

o.t.t.
  1. leef samen
  2. leeft samen
  3. leeft samen
  4. leven samen
  5. leven samen
  6. leven samen
o.v.t.
  1. leefde samen
  2. leefde samen
  3. leefde samen
  4. leefden samen
  5. leefden samen
  6. leefden samen
v.t.t.
  1. heb samengeleefd
  2. hebt samengeleefd
  3. heeft samengeleefd
  4. hebben samengeleefd
  5. hebben samengeleefd
  6. hebben samengeleefd
v.v.t.
  1. had samengeleefd
  2. had samengeleefd
  3. had samengeleefd
  4. hadden samengeleefd
  5. hadden samengeleefd
  6. hadden samengeleefd
o.t.t.t.
  1. zal samenleven
  2. zult samenleven
  3. zal samenleven
  4. zullen samenleven
  5. zullen samenleven
  6. zullen samenleven
o.v.t.t.
  1. zou samenleven
  2. zou samenleven
  3. zou samenleven
  4. zouden samenleven
  5. zouden samenleven
  6. zouden samenleven
diversen
  1. leef samen!
  2. leeft samen!
  3. samengeleefd
  4. samenlevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for samenleven:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
cohabiter samenleven; samenwonen
vivre en concubinage samenleven; samenwonen

Traducciones automáticas externas: