Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. smaken:
  2. smak:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for smaken:
    • goûts


Neerlandés

Traducciones detalladas de smaken de neerlandés a francés

smaken:

smaken verbo (smaak, smaakt, smaakte, smaakten, gesmaakt)

  1. smaken (proeven)
    goûter; déguster; savourer
    • goûter verbo (goûte, goûtes, goûtons, goûtez, )
    • déguster verbo (déguste, dégustes, dégustons, dégustez, )
    • savourer verbo (savoure, savoures, savourons, savourez, )

Conjugaciones de smaken:

o.t.t.
  1. smaak
  2. smaakt
  3. smaakt
  4. smaken
  5. smaken
  6. smaken
o.v.t.
  1. smaakte
  2. smaakte
  3. smaakte
  4. smaakten
  5. smaakten
  6. smaakten
v.t.t.
  1. heb gesmaakt
  2. hebt gesmaakt
  3. heeft gesmaakt
  4. hebben gesmaakt
  5. hebben gesmaakt
  6. hebben gesmaakt
v.v.t.
  1. had gesmaakt
  2. had gesmaakt
  3. had gesmaakt
  4. hadden gesmaakt
  5. hadden gesmaakt
  6. hadden gesmaakt
o.t.t.t.
  1. zal smaken
  2. zult smaken
  3. zal smaken
  4. zullen smaken
  5. zullen smaken
  6. zullen smaken
o.v.t.t.
  1. zou smaken
  2. zou smaken
  3. zou smaken
  4. zouden smaken
  5. zouden smaken
  6. zouden smaken
en verder
  1. ben gesmaakt
  2. bent gesmaakt
  3. is gesmaakt
  4. zijn gesmaakt
  5. zijn gesmaakt
  6. zijn gesmaakt
diversen
  1. smaak!
  2. smaakt!
  3. gesmaakt
  4. smakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for smaken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
goûter theevisite
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
déguster proeven; smaken bikken; bunkeren; consumeren; eten; gebruiken; keuren; kluiven; knauwen; naar binnen werken; nuttigen; opeten; oppeuzelen; proberen; proeven; schransen; schrokken; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen; voorproeven; vreten; zitten proppen
goûter proeven; smaken bikken; bunkeren; consumeren; eten; keuren; kluiven; knauwen; laven; lenigen; lessen; naar binnen werken; nuttigen; opeten; proberen; proeven; schransen; schrokken; snoepen; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen; voorproeven; vreten; zitten proppen
savourer proeven; smaken amuseren; bikken; bunkeren; consumeren; eten; genieten; genieten van; genot hebben van; kluiven; knauwen; lekker eten; naar binnen werken; nuttigen; opeten; savoureren; schransen; schrokken; smikkelen; smullen; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen; vreten; zitten proppen

Palabras relacionadas con "smaken":


Wiktionary: smaken

smaken
verb
  1. Exercer le sens du gout sur ce qui a de la saveur.
  2. exercer le sens du goût sur ce qui a de la saveur.

Cross Translation:
FromToVia
smaken goûter taste — to have a taste

smak:

smak [de ~ (m)] sustantivo

  1. de smak (dreun; klap; knal; kwak)
    le coup; le choc; le boum; le grondement; le fracas; la lourde chute; l'éclat; le coup violent

Translation Matrix for smak:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
boum dreun; klap; knal; kwak; smak bons; ceremonie; feest; feestdag; feestelijkheid; festiviteit; fuif; jaarfeest; pof; viering
choc dreun; klap; knal; kwak; smak beven; botsing; duw; duwtje; hort; opeen knallen; por; schok; schokkende beweging; shock; stoot; stootje; zet
coup dreun; klap; knal; kwak; smak beurse plek; bluts; botsing; coup; deuk; dreun; dronk; duw; duwtje; gekke streek; harde slag; hengst; instulping; jens; klap; klokslag; klop; knal; lel; mep; messteek; muilpeer; opdonder; opduvel; opeen knallen; oplawaai; peut; por; putsch; rare streek; schaakstukverplaatsing; schaakzet; scheutje; schop; slag; slok; staatsgreep; steek; stoot; stootje; teug; tik; toegebrachte klap; trap; tussendoortje; uithaal; vluggertje; voetbeweging; vuistslag; zet
coup violent dreun; klap; knal; kwak; smak
fracas dreun; klap; knal; kwak; smak gebrul; gebulder; gedruis; gekrijs; geschreeuw; ontlading; plotselinge uitbarsting; rumoer; tumult; uitbarsting; vulkaanuitbarsting
grondement dreun; klap; knal; kwak; smak bonzen; daveren; denderen; donderen; dreunen; gebrom; gebrul; gebulder; gedreun; gegrom; gejammer; geklaag; geknor; gelamenteer; geloei; gemopper; geraas; geronk; gesnurk; grauw; grom; loeien van de wind; ontlading; plotselinge uitbarsting; rommeling; smakken; smakkend eten; snauw; uitbarsting; vulkaanuitbarsting
lourde chute dreun; klap; knal; kwak; smak
éclat dreun; klap; knal; kwak; smak blinken; deining; diggel; emotionele uitval; flakker; flakkering; flikkering; flonkering; fonkeling; geflikker; gefonkel; geglinster; glans; glanzen; glimmen; glinstering; gloed; haarkrul; krul; luister; ontlading; ophef; plotselinge uitbarsting; scherf; schijn; schitteren; schittering; splinter; uitbarsten; uitbarsting; uitval; vonk; vulkaanuitbarsting
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
choc botsing
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
boum boem

Palabras relacionadas con "smak":


Traducciones relacionadas de smaken