Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. tender:
  2. tenderen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de tender de neerlandés a francés

tender:

tender [de ~ (m)] sustantivo

  1. de tender (kolenwagen; kolenkar)
    le wagon à charbon

Translation Matrix for tender:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
wagon à charbon kolenkar; kolenwagen; tender

Palabras relacionadas con "tender":


Wiktionary: tender

tender
noun
  1. wagon articuler qui forme l’arrière-train de la locomotive et qui contient le combustible et l’eau nécessaires à son approvisionnement.

tenderen:

tenderen verbo (tender, tendert, tenderde, tenderden, getenderd)

  1. tenderen

Conjugaciones de tenderen:

o.t.t.
  1. tender
  2. tendert
  3. tendert
  4. tenderen
  5. tenderen
  6. tenderen
o.v.t.
  1. tenderde
  2. tenderde
  3. tenderde
  4. tenderden
  5. tenderden
  6. tenderden
v.t.t.
  1. heb getenderd
  2. hebt getenderd
  3. heeft getenderd
  4. hebben getenderd
  5. hebben getenderd
  6. hebben getenderd
v.v.t.
  1. had getenderd
  2. had getenderd
  3. had getenderd
  4. hadden getenderd
  5. hadden getenderd
  6. hadden getenderd
o.t.t.t.
  1. zal tenderen
  2. zult tenderen
  3. zal tenderen
  4. zullen tenderen
  5. zullen tenderen
  6. zullen tenderen
o.v.t.t.
  1. zou tenderen
  2. zou tenderen
  3. zou tenderen
  4. zouden tenderen
  5. zouden tenderen
  6. zouden tenderen
en verder
  1. ben getenderd
  2. bent getenderd
  3. is getenderd
  4. zijn getenderd
  5. zijn getenderd
  6. zijn getenderd
diversen
  1. tender!
  2. tendert!
  3. getenderd
  4. tenderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tenderen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
avoir tendance à tenderen neigen; neigen tot; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; toeneigen; zwemen
incliner à tenderen neigen tot

Palabras relacionadas con "tenderen":