Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. uitfilteren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de uitfilteren de neerlandés a francés

uitfilteren:

uitfilteren verbo (filter uit, filtert uit, filterde uit, filterden uit, uitgefilterd)

  1. uitfilteren
    filtrer
    • filtrer verbo (filtre, filtres, filtrons, filtrez, )

Conjugaciones de uitfilteren:

o.t.t.
  1. filter uit
  2. filtert uit
  3. filtert uit
  4. filteren uit
  5. filteren uit
  6. filteren uit
o.v.t.
  1. filterde uit
  2. filterde uit
  3. filterde uit
  4. filterden uit
  5. filterden uit
  6. filterden uit
v.t.t.
  1. heb uitgefilterd
  2. hebt uitgefilterd
  3. heeft uitgefilterd
  4. hebben uitgefilterd
  5. hebben uitgefilterd
  6. hebben uitgefilterd
v.v.t.
  1. had uitgefilterd
  2. had uitgefilterd
  3. had uitgefilterd
  4. hadden uitgefilterd
  5. hadden uitgefilterd
  6. hadden uitgefilterd
o.t.t.t.
  1. zal uitfilteren
  2. zult uitfilteren
  3. zal uitfilteren
  4. zullen uitfilteren
  5. zullen uitfilteren
  6. zullen uitfilteren
o.v.t.t.
  1. zou uitfilteren
  2. zou uitfilteren
  3. zou uitfilteren
  4. zouden uitfilteren
  5. zouden uitfilteren
  6. zouden uitfilteren
en verder
  1. ben uitgefilterd
  2. bent uitgefilterd
  3. is uitgefilterd
  4. zijn uitgefilterd
  5. zijn uitgefilterd
  6. zijn uitgefilterd
diversen
  1. filter uit!
  2. filtert uit!
  3. uitgefilterd
  4. uitfilterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitfilteren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
filtrer uitfilteren doorlekken; doorsijpelen; doorzijgen; filteren; filtreren; wegsijpelen; zeven; ziften