Neerlandés

Traducciones detalladas de vastgoed de neerlandés a francés

vastgoed:

vastgoed [het ~] sustantivo

  1. het vastgoed (onroerende goederen; onroerende zaken)
  2. het vastgoed (onroerend goed)

Translation Matrix for vastgoed:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
biens immeubles onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed
biens immobiliers onroerend goed; onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed
domaine immobilier onroerend goed; vastgoed
fonds immobiliers onroerend goed; onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed
patrimoine immobilier onroerend goed; vastgoed
propriété foncière onroerend goed; onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed grondbezit; grondeigendom; landbezit; landeigendom
propriété immobilière onroerend goed; onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed onroerend eigendom

Wiktionary: vastgoed


Cross Translation:
FromToVia
vastgoed immobilier real estate — property that cannot easily be moved