Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. vastprikken:


Neerlandés

Traducciones detalladas de vastprikken de neerlandés a francés

vastprikken:

vastprikken verbo (prik vast, prikt vast, prikte vast, prikten vast, vastgeprikt)

  1. vastprikken (vastpinnen; vastspelden)
    punaiser; épingler
    • punaiser verbo
    • épingler verbo (épingle, épingles, épinglons, épinglez, )

Conjugaciones de vastprikken:

o.t.t.
  1. prik vast
  2. prikt vast
  3. prikt vast
  4. prikken vast
  5. prikken vast
  6. prikken vast
o.v.t.
  1. prikte vast
  2. prikte vast
  3. prikte vast
  4. prikten vast
  5. prikten vast
  6. prikten vast
v.t.t.
  1. heb vastgeprikt
  2. hebt vastgeprikt
  3. heeft vastgeprikt
  4. hebben vastgeprikt
  5. hebben vastgeprikt
  6. hebben vastgeprikt
v.v.t.
  1. had vastgeprikt
  2. had vastgeprikt
  3. had vastgeprikt
  4. hadden vastgeprikt
  5. hadden vastgeprikt
  6. hadden vastgeprikt
o.t.t.t.
  1. zal vastprikken
  2. zult vastprikken
  3. zal vastprikken
  4. zullen vastprikken
  5. zullen vastprikken
  6. zullen vastprikken
o.v.t.t.
  1. zou vastprikken
  2. zou vastprikken
  3. zou vastprikken
  4. zouden vastprikken
  5. zouden vastprikken
  6. zouden vastprikken
en verder
  1. ben vastgeprikt
  2. bent vastgeprikt
  3. is vastgeprikt
  4. zijn vastgeprikt
  5. zijn vastgeprikt
  6. zijn vastgeprikt
diversen
  1. prik vast!
  2. prikt vast!
  3. vastgeprikt
  4. vastprikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vastprikken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
punaiser vastpinnen; vastprikken; vastspelden
épingler vastpinnen; vastprikken; vastspelden aanspelden; afspelden; dichtspelden; opprikken; opspelden; pinnen; spelden; vastmaken

Traducciones automáticas externas: