Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. aandurven:


Neerlandés

Sinónimos detallados de aandurven en neerlandés

aandurven:

aandurven verbo (durf aan, durft aan, durfde aan, durfden aan, aangedurfd)

  1. aandurven
    aandurven
    • aandurven verbo (durf aan, durft aan, durfde aan, durfden aan, aangedurfd)

Conjugaciones de aandurven:

o.t.t.
  1. durf aan
  2. durft aan
  3. durft aan
  4. durven aan
  5. durven aan
  6. durven aan
o.v.t.
  1. durfde aan
  2. durfde aan
  3. durfde aan
  4. durfden aan
  5. durfden aan
  6. durfden aan
v.t.t.
  1. heb aangedurfd
  2. hebt aangedurfd
  3. heeft aangedurfd
  4. hebben aangedurfd
  5. hebben aangedurfd
  6. hebben aangedurfd
v.v.t.
  1. had aangedurfd
  2. had aangedurfd
  3. had aangedurfd
  4. hadden aangedurfd
  5. hadden aangedurfd
  6. hadden aangedurfd
o.t.t.t.
  1. zal aandurven
  2. zult aandurven
  3. zal aandurven
  4. zullen aandurven
  5. zullen aandurven
  6. zullen aandurven
o.v.t.t.
  1. zou aandurven
  2. zou aandurven
  3. zou aandurven
  4. zouden aandurven
  5. zouden aandurven
  6. zouden aandurven
diversen
  1. durf aan!
  2. durft aan!
  3. aangedurfd
  4. aandurvende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze