Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir aangerukt

Sinónimos de "aangerukt" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. aangerukt:
  2. aanrukken:

Neerlandés

Sinónimos detallados de aangerukt en neerlandés

aangerukt:

aangerukt adj.

  1. aangerukt
    gebracht; aangerukt

aanrukken:

aanrukken verbo (ruk aan, rukt aan, rukte aan, rukten aan, aangerukt)

  1. aanrukken
    aanrukken
    • aanrukken verbo (ruk aan, rukt aan, rukte aan, rukten aan, aangerukt)

Conjugaciones de aanrukken:

o.t.t.
  1. ruk aan
  2. rukt aan
  3. rukt aan
  4. rukken aan
  5. rukken aan
  6. rukken aan
o.v.t.
  1. rukte aan
  2. rukte aan
  3. rukte aan
  4. rukten aan
  5. rukten aan
  6. rukten aan
v.t.t.
  1. heb aangerukt
  2. hebt aangerukt
  3. heeft aangerukt
  4. hebben aangerukt
  5. hebben aangerukt
  6. hebben aangerukt
v.v.t.
  1. had aangerukt
  2. had aangerukt
  3. had aangerukt
  4. hadden aangerukt
  5. hadden aangerukt
  6. hadden aangerukt
o.t.t.t.
  1. zal aanrukken
  2. zult aanrukken
  3. zal aanrukken
  4. zullen aanrukken
  5. zullen aanrukken
  6. zullen aanrukken
o.v.t.t.
  1. zou aanrukken
  2. zou aanrukken
  3. zou aanrukken
  4. zouden aanrukken
  5. zouden aanrukken
  6. zouden aanrukken
diversen
  1. ruk aan!
  2. rukt aan!
  5. aangerukt
  6. aanrukkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0128 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos