Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. aankloppen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de aankloppen en neerlandés

aankloppen:

aankloppen verbo (klop aan, klopt aan, klopte aan, klopten aan, aangeklopt)

  1. aankloppen
    aantikken; kloppen; tikken; aankloppen
    • aantikken verbo (tik aan, tikt aan, tikte aan, tikten aan, aangetikt)
    • kloppen verbo (klop, klopt, klopte, klopten, geklopt)
    • tikken verbo (tik, tikt, tikte, tikten, getikt)
    • aankloppen verbo (klop aan, klopt aan, klopte aan, klopten aan, aangeklopt)

Conjugaciones de aankloppen:

o.t.t.
  1. klop aan
  2. klopt aan
  3. klopt aan
  4. kloppen aan
  5. kloppen aan
  6. kloppen aan
o.v.t.
  1. klopte aan
  2. klopte aan
  3. klopte aan
  4. klopten aan
  5. klopten aan
  6. klopten aan
v.t.t.
  1. heb aangeklopt
  2. hebt aangeklopt
  3. heeft aangeklopt
  4. hebben aangeklopt
  5. hebben aangeklopt
  6. hebben aangeklopt
v.v.t.
  1. had aangeklopt
  2. had aangeklopt
  3. had aangeklopt
  4. hadden aangeklopt
  5. hadden aangeklopt
  6. hadden aangeklopt
o.t.t.t.
  1. zal aankloppen
  2. zult aankloppen
  3. zal aankloppen
  4. zullen aankloppen
  5. zullen aankloppen
  6. zullen aankloppen
o.v.t.t.
  1. zou aankloppen
  2. zou aankloppen
  3. zou aankloppen
  4. zouden aankloppen
  5. zouden aankloppen
  6. zouden aankloppen
diversen
  1. klop aan!
  2. klopt aan!
  3. aangeklopt
  4. aankloppende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aankloppen [znw.] sustantivo

  1. aankloppen
    aankloppen