Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. aanstellen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de aanstellen en neerlandés

aanstellen:

aanstellen verbo (stel aan, stelt aan, stelde aan, stelden aan, aangesteld)

  1. aanstellen
    aanstellen; benoemen; installeren
    • aanstellen verbo (stel aan, stelt aan, stelde aan, stelden aan, aangesteld)
    • benoemen verbo (benoem, benoemt, benoemde, benoemden, benoemd)
    • installeren verbo (installeer, installeert, installeerde, installeerden, geïnstalleerd)

Conjugaciones de aanstellen:

o.t.t.
  1. stel aan
  2. stelt aan
  3. stelt aan
  4. stellen aan
  5. stellen aan
  6. stellen aan
o.v.t.
  1. stelde aan
  2. stelde aan
  3. stelde aan
  4. stelden aan
  5. stelden aan
  6. stelden aan
v.t.t.
  1. heb aangesteld
  2. hebt aangesteld
  3. heeft aangesteld
  4. hebben aangesteld
  5. hebben aangesteld
  6. hebben aangesteld
v.v.t.
  1. had aangesteld
  2. had aangesteld
  3. had aangesteld
  4. hadden aangesteld
  5. hadden aangesteld
  6. hadden aangesteld
o.t.t.t.
  1. zal aanstellen
  2. zult aanstellen
  3. zal aanstellen
  4. zullen aanstellen
  5. zullen aanstellen
  6. zullen aanstellen
o.v.t.t.
  1. zou aanstellen
  2. zou aanstellen
  3. zou aanstellen
  4. zouden aanstellen
  5. zouden aanstellen
  6. zouden aanstellen
diversen
  1. stel aan!
  2. stelt aan!
  3. aangesteld
  4. aanstellende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de aanstellen