Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. afreageren:


Neerlandés

Sinónimos detallados de afreageren en neerlandés

afreageren:

afreageren verbo (reageer af, reageert af, reageerde af, reageerden af, afgereageerd)

  1. afreageren
    luchten; afreageren
    • luchten verbo (lucht, luchtte, luchtten, gelucht)
    • afreageren verbo (reageer af, reageert af, reageerde af, reageerden af, afgereageerd)

Conjugaciones de afreageren:

o.t.t.
  1. reageer af
  2. reageert af
  3. reageert af
  4. reageren af
  5. reageren af
  6. reageren af
o.v.t.
  1. reageerde af
  2. reageerde af
  3. reageerde af
  4. reageerden af
  5. reageerden af
  6. reageerden af
v.t.t.
  1. heb afgereageerd
  2. hebt afgereageerd
  3. heeft afgereageerd
  4. hebben afgereageerd
  5. hebben afgereageerd
  6. hebben afgereageerd
v.v.t.
  1. had afgereageerd
  2. had afgereageerd
  3. had afgereageerd
  4. hadden afgereageerd
  5. hadden afgereageerd
  6. hadden afgereageerd
o.t.t.t.
  1. zal afreageren
  2. zult afreageren
  3. zal afreageren
  4. zullen afreageren
  5. zullen afreageren
  6. zullen afreageren
o.v.t.t.
  1. zou afreageren
  2. zou afreageren
  3. zou afreageren
  4. zouden afreageren
  5. zouden afreageren
  6. zouden afreageren
diversen
  1. reageer af!
  2. reageert af!
  3. afgereageerd
  4. afreagerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze