Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir afspringen

Sinónimos de "afspringen" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. afspringen:

Neerlandés

Sinónimos detallados de afspringen en neerlandés

afspringen:

afspringen verbo (spring af, springt af, sprong af, sprongen af, afgesprongen)

  1. afspringen
    afvliegen; afspatten; afspringen
    • afvliegen verbo (vlieg af, vliegt af, vloog af, vlogen af, afgevlogen)
    • afspatten verbo
    • afspringen verbo (spring af, springt af, sprong af, sprongen af, afgesprongen)

Conjugaciones de afspringen:

o.t.t.
  1. spring af
  2. springt af
  3. springt af
  4. springen af
  5. springen af
  6. springen af
o.v.t.
  1. sprong af
  2. sprong af
  3. sprong af
  4. sprongen af
  5. sprongen af
  6. sprongen af
v.t.t.
  1. ben afgesprongen
  2. bent afgesprongen
  3. is afgesprongen
  4. zijn afgesprongen
  5. zijn afgesprongen
  6. zijn afgesprongen
v.v.t.
  1. was afgesprongen
  2. was afgesprongen
  3. was afgesprongen
  4. waren afgesprongen
  5. waren afgesprongen
  6. waren afgesprongen
o.t.t.t.
  1. zal afspringen
  2. zult afspringen
  3. zal afspringen
  4. zullen afspringen
  5. zullen afspringen
  6. zullen afspringen
o.v.t.t.
  1. zou afspringen
  2. zou afspringen
  3. zou afspringen
  4. zouden afspringen
  5. zouden afspringen
  6. zouden afspringen
diversen
  1. spring af!
  2. springt af!
  5. afgesprongen
  6. afspringende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afspringen [znw.] sustantivo

  1. afspringen
    het springen; afspringen; naar beneden springen







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0495 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos