Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. agenda:


Neerlandés

Sinónimos detallados de agenda en neerlandés

agenda:

agenda [de ~] sustantivo

  1. de agenda
    de agenda; de zakagenda
  2. de agenda
    de agenda
  3. de agenda
    de agenda; agendaprogramma
  4. de agenda
    – boekje waarin je opschrijft wat je wanneer moet doen 1
    de agenda
    – boekje waarin je opschrijft wat je wanneer moet doen 1
    • agenda [de ~] sustantivo
      • schrijf je deze afspraak in je agenda?1
  5. de agenda
    – lijst van onderwerpen voor een vergadering 1
    de agenda
    – lijst van onderwerpen voor een vergadering 1
    • agenda [de ~] sustantivo
      • staat dit onderwerp wel op de agenda?1

Palabras relacionadas con "agenda":

  • agendaatje, agendaatjes

Definiciones relacionadas de "agenda":

  1. boekje waarin je opschrijft wat je wanneer moet doen1
    • schrijf je deze afspraak in je agenda?1
  2. lijst van onderwerpen voor een vergadering1
    • staat dit onderwerp wel op de agenda?1