Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. avonturen:
  2. avontuur:


Neerlandés

Sinónimos detallados de avonturen en neerlandés

avonturen:

avonturen verbo

  1. avonturen
    riskeren; wagen; durven; avonturen
    • riskeren verbo (riskeer, riskeert, riskeerde, riskeerden, geriskeerd)
    • wagen verbo (waag, waagt, waagde, waagden, gewaagd)
    • durven verbo (durf, durft, durfde, durfden, gedurfd)
    • avonturen verbo

avonturen [de ~] sustantivo, plural

  1. de avonturen
    de lotgevallen; de avonturen
  2. de avonturen
    de avonturen

Palabras relacionadas con "avonturen":


avontuur:

avontuur [het ~] sustantivo

  1. het avontuur
    het avontuur

Palabras relacionadas con "avontuur":