Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. begroten:


Neerlandés

Sinónimos detallados de begroten en neerlandés

begroten:

begroten verbo (begroot, begrootte, begrootten, begroot)

  1. begroten
    berekenen; begroten
    • berekenen verbo (bereken, berekent, berekende, berekenden, berekend)
    • begroten verbo (begroot, begrootte, begrootten, begroot)
  2. begroten
    schatten; ramen; begroten
    • schatten verbo (schat, schatte, schatten, geschat)
    • ramen verbo (raam, raamt, raamde, raamden, geraamd)
    • begroten verbo (begroot, begrootte, begrootten, begroot)

Conjugaciones de begroten:

o.t.t.
  1. begroot
  2. begroot
  3. begroot
  4. begroten
  5. begroten
  6. begroten
o.v.t.
  1. begrootte
  2. begrootte
  3. begrootte
  4. begrootten
  5. begrootten
  6. begrootten
v.t.t.
  1. heb begroot
  2. hebt begroot
  3. heeft begroot
  4. hebben begroot
  5. hebben begroot
  6. hebben begroot
v.v.t.
  1. had begroot
  2. had begroot
  3. had begroot
  4. hadden begroot
  5. hadden begroot
  6. hadden begroot
o.t.t.t.
  1. zal begroten
  2. zult begroten
  3. zal begroten
  4. zullen begroten
  5. zullen begroten
  6. zullen begroten
o.v.t.t.
  1. zou begroten
  2. zou begroten
  3. zou begroten
  4. zouden begroten
  5. zouden begroten
  6. zouden begroten
diversen
  1. begroot!
  2. begroot!
  3. begroot
  4. begrotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze