Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. bekeren:


Neerlandés

Sinónimos detallados de bekeren en neerlandés

bekeren:

bekeren verbo (bekeer, bekeert, bekeerde, bekeerden, bekeerd)

  1. bekeren
    bekeren
    • bekeren verbo (bekeer, bekeert, bekeerde, bekeerden, bekeerd)

Conjugaciones de bekeren:

o.t.t.
  1. bekeer
  2. bekeert
  3. bekeert
  4. bekeren
  5. bekeren
  6. bekeren
o.v.t.
  1. bekeerde
  2. bekeerde
  3. bekeerde
  4. bekeerden
  5. bekeerden
  6. bekeerden
v.t.t.
  1. heb bekeerd
  2. hebt bekeerd
  3. heeft bekeerd
  4. hebben bekeerd
  5. hebben bekeerd
  6. hebben bekeerd
v.v.t.
  1. had bekeerd
  2. had bekeerd
  3. had bekeerd
  4. hadden bekeerd
  5. hadden bekeerd
  6. hadden bekeerd
o.t.t.t.
  1. zal bekeren
  2. zult bekeren
  3. zal bekeren
  4. zullen bekeren
  5. zullen bekeren
  6. zullen bekeren
o.v.t.t.
  1. zou bekeren
  2. zou bekeren
  3. zou bekeren
  4. zouden bekeren
  5. zouden bekeren
  6. zouden bekeren
diversen
  1. bekeer!
  2. bekeert!
  3. bekeerd
  4. bekerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze