Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir bekort

Sinónimos de "bekort" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. bekort:
  2. bekorten:

Neerlandés

Sinónimos detallados de bekort en neerlandés

bekort:

bekort adj.

  1. bekort
    beknopt; bekort

Palabras relacionadas con "bekort":

  • bekorte

bekort forma de bekorten:

bekorten verbo (bekort, bekortte, bekortten, bekort)

  1. bekorten
    bekorten
    • bekorten verbo (bekort, bekortte, bekortten, bekort)

Conjugaciones de bekorten:

o.t.t.
  1. bekort
  2. bekort
  3. bekort
  4. bekorten
  5. bekorten
  6. bekorten
o.v.t.
  1. bekortte
  2. bekortte
  3. bekortte
  4. bekortten
  5. bekortten
  6. bekortten
v.t.t.
  1. heb bekort
  2. hebt bekort
  3. heeft bekort
  4. hebben bekort
  5. hebben bekort
  6. hebben bekort
v.v.t.
  1. had bekort
  2. had bekort
  3. had bekort
  4. hadden bekort
  5. hadden bekort
  6. hadden bekort
o.t.t.t.
  1. zal bekorten
  2. zult bekorten
  3. zal bekorten
  4. zullen bekorten
  5. zullen bekorten
  6. zullen bekorten
o.v.t.t.
  1. zou bekorten
  2. zou bekorten
  3. zou bekorten
  4. zouden bekorten
  5. zouden bekorten
  6. zouden bekorten
diversen
  1. bekort!
  2. bekort!
  5. bekort
  6. bekortend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bekorten [znw.] sustantivo

  1. bekorten
    inkorten; verkorten; bekorten; korter maken







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0184 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos