Neerlandés

Sinónimos detallados de bekwaam en neerlandés

bekwaam:

bekwaam adj.

  1. bekwaam
  2. bekwaam
  3. bekwaam
  4. bekwaam
    – iets heel goed kunnen 1
    geschikt; bekwaam; capabel
    – iets heel goed kunnen 1
    • geschikt adj.
      • hij is heel geschikt voor dit werk1
    • bekwaam adj.
      • hij is een bekwaam chauffeur1
    • capabel adj.
      • hij is als directeur erg capabel1

Palabras relacionadas con "bekwaam":


Sinónimos alternativos de "bekwaam":


Definiciones relacionadas de "bekwaam":

  1. iets heel goed kunnen1
    • hij is een bekwaam chauffeur1

bekwamen:

bekwamen verbo (bekwaam, bekwaamt, bekwaamde, bekwaamden, bekwaamd)

  1. bekwamen
    trainen; oefenen; harden; coachen; bekwamen
    • trainen verbo (train, traint, trainde, trainden, getraind)
    • oefenen verbo (oefen, oefent, oefende, oefenden, geoefend)
    • harden verbo (hard, hardt, hardde, hardden, gehard)
    • coachen verbo
    • bekwamen verbo (bekwaam, bekwaamt, bekwaamde, bekwaamden, bekwaamd)

Conjugaciones de bekwamen:

o.t.t.
  1. bekwaam
  2. bekwaamt
  3. bekwaamt
  4. bekwamen
  5. bekwamen
  6. bekwamen
o.v.t.
  1. bekwaamde
  2. bekwaamde
  3. bekwaamde
  4. bekwaamden
  5. bekwaamden
  6. bekwaamden
v.t.t.
  1. heb bekwaamd
  2. hebt bekwaamd
  3. heeft bekwaamd
  4. hebben bekwaamd
  5. hebben bekwaamd
  6. hebben bekwaamd
v.v.t.
  1. had bekwaamd
  2. had bekwaamd
  3. had bekwaamd
  4. hadden bekwaamd
  5. hadden bekwaamd
  6. hadden bekwaamd
o.t.t.t.
  1. zal bekwamen
  2. zult bekwamen
  3. zal bekwamen
  4. zullen bekwamen
  5. zullen bekwamen
  6. zullen bekwamen
o.v.t.t.
  1. zou bekwamen
  2. zou bekwamen
  3. zou bekwamen
  4. zouden bekwamen
  5. zouden bekwamen
  6. zouden bekwamen
diversen
  1. bekwaam!
  2. bekwaamt!
  3. bekwaamd
  4. bekwamend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bekwamen [znw.] sustantivo

  1. bekwamen
    studeren; het leren; het blokken; bekwamen