Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. beramen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de beramen en neerlandés

beramen:

beramen verbo (beraam, beraamt, beraamde, beraamden, beraamd)

  1. beramen
    bedenken; plan beramen; verzinnen; beramen; zinnen
    • bedenken verbo (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
    • plan beramen verbo
    • verzinnen verbo (verzin, verzint, verzon, verzonnen, verzonnen)
    • beramen verbo (beraam, beraamt, beraamde, beraamden, beraamd)
    • zinnen verbo (zin, zint, zon, zonnen, gezonnen)
  2. beramen
    schatten; beramen; ramen; taxeren
    • schatten verbo (schat, schatte, schatten, geschat)
    • beramen verbo (beraam, beraamt, beraamde, beraamden, beraamd)
    • ramen verbo (raam, raamt, raamde, raamden, geraamd)
    • taxeren verbo (taxeer, taxeert, taxeerde, taxeerden, getaxeerd)

Conjugaciones de beramen:

o.t.t.
  1. beraam
  2. beraamt
  3. beraamt
  4. beramen
  5. beramen
  6. beramen
o.v.t.
  1. beraamde
  2. beraamde
  3. beraamde
  4. beraamden
  5. beraamden
  6. beraamden
v.t.t.
  1. heb beraamd
  2. hebt beraamd
  3. heeft beraamd
  4. hebben beraamd
  5. hebben beraamd
  6. hebben beraamd
v.v.t.
  1. had beraamd
  2. had beraamd
  3. had beraamd
  4. hadden beraamd
  5. hadden beraamd
  6. hadden beraamd
o.t.t.t.
  1. zal beramen
  2. zult beramen
  3. zal beramen
  4. zullen beramen
  5. zullen beramen
  6. zullen beramen
o.v.t.t.
  1. zou beramen
  2. zou beramen
  3. zou beramen
  4. zouden beramen
  5. zouden beramen
  6. zouden beramen
diversen
  1. beraam!
  2. beraamt!
  3. beraamd
  4. beramend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de beramen