Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir beschonken

Sinónimos de "beschonken" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. beschonken:
  2. beschenken:

Neerlandés

Sinónimos detallados de beschonken en neerlandés

beschonken:

beschonken adj.

  1. beschonken
    dronken; beschonken; ladderzat; zat; bezopen
  2. beschonken
    tipsy; aangeschoten; beneveld; teut; beschonken
  3. beschonken
    aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken

Palabras relacionadas con "beschonken":


beschenken:

beschenken verbo (beschenk, beschenkt, beschonk, beschonken, beschonken)

  1. beschenken
    beschenken; begiftigen; bedelen
    • beschenken verbo (beschenk, beschenkt, beschonk, beschonken, beschonken)
    • begiftigen verbo (begiftig, begiftigt, begiftigde, begiftigden, begiftigd)
    • bedelen verbo (bedel, bedelt, bedelde, bedelden, gebedeld)

Conjugaciones de beschenken:

o.t.t.
  1. beschenk
  2. beschenkt
  3. beschenkt
  4. beschenken
  5. beschenken
  6. beschenken
o.v.t.
  1. beschonk
  2. beschonk
  3. beschonk
  4. beschonken
  5. beschonken
  6. beschonken
v.t.t.
  1. heb beschonken
  2. hebt beschonken
  3. heeft beschonken
  4. hebben beschonken
  5. hebben beschonken
  6. hebben beschonken
v.v.t.
  1. had beschonken
  2. had beschonken
  3. had beschonken
  4. hadden beschonken
  5. hadden beschonken
  6. hadden beschonken
o.t.t.t.
  1. zal beschenken
  2. zult beschenken
  3. zal beschenken
  4. zullen beschenken
  5. zullen beschenken
  6. zullen beschenken
o.v.t.t.
  1. zou beschenken
  2. zou beschenken
  3. zou beschenken
  4. zouden beschenken
  5. zouden beschenken
  6. zouden beschenken
diversen
  1. beschenk!
  2. beschenkt!
  5. beschonken
  6. beschenkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de beschonken







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0451 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos