Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir besnijden

Sinónimos de "besnijden" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. besnijden:

Neerlandés

Sinónimos detallados de besnijden en neerlandés

besnijden:

besnijden verbo (besnijd, besnijdt, besneed, besneden, besneden)

  1. besnijden
    besnijden
    • besnijden verbo (besnijd, besnijdt, besneed, besneden, besneden)

Conjugaciones de besnijden:

o.t.t.
  1. besnijd
  2. besnijdt
  3. besnijdt
  4. besnijden
  5. besnijden
  6. besnijden
o.v.t.
  1. besneed
  2. besneed
  3. besneed
  4. besneden
  5. besneden
  6. besneden
v.t.t.
  1. heb besneden
  2. hebt besneden
  3. heeft besneden
  4. hebben besneden
  5. hebben besneden
  6. hebben besneden
v.v.t.
  1. had besneden
  2. had besneden
  3. had besneden
  4. hadden besneden
  5. hadden besneden
  6. hadden besneden
o.t.t.t.
  1. zal besnijden
  2. zult besnijden
  3. zal besnijden
  4. zullen besnijden
  5. zullen besnijden
  6. zullen besnijden
o.v.t.t.
  1. zou besnijden
  2. zou besnijden
  3. zou besnijden
  4. zouden besnijden
  5. zouden besnijden
  6. zouden besnijden
diversen
  1. besnijd!
  2. besnijdt!
  5. besneden
  6. besnijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0358 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos