Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. bestrooien:


Neerlandés

Sinónimos detallados de bestrooien en neerlandés

bestrooien:

bestrooien verbo (bestrooi, bestrooit, bestrooide, bestrooiden, bestrooid)

  1. bestrooien
    bestrooien; bezaaien
    • bestrooien verbo (bestrooi, bestrooit, bestrooide, bestrooiden, bestrooid)
    • bezaaien verbo (bezaai, bezaait, bezaaide, bezaaiden, bezaaid)

Conjugaciones de bestrooien:

o.t.t.
  1. bestrooi
  2. bestrooit
  3. bestrooit
  4. bestrooien
  5. bestrooien
  6. bestrooien
o.v.t.
  1. bestrooide
  2. bestrooide
  3. bestrooide
  4. bestrooiden
  5. bestrooiden
  6. bestrooiden
v.t.t.
  1. heb bestrooid
  2. hebt bestrooid
  3. heeft bestrooid
  4. hebben bestrooid
  5. hebben bestrooid
  6. hebben bestrooid
v.v.t.
  1. had bestrooid
  2. had bestrooid
  3. had bestrooid
  4. hadden bestrooid
  5. hadden bestrooid
  6. hadden bestrooid
o.t.t.t.
  1. zal bestrooien
  2. zult bestrooien
  3. zal bestrooien
  4. zullen bestrooien
  5. zullen bestrooien
  6. zullen bestrooien
o.v.t.t.
  1. zou bestrooien
  2. zou bestrooien
  3. zou bestrooien
  4. zouden bestrooien
  5. zouden bestrooien
  6. zouden bestrooien
diversen
  1. bestrooi!
  2. bestrooit!
  3. bestrooid
  4. bestrooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze