Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. bevaren:


Neerlandés

Sinónimos detallados de bevaren en neerlandés

bevaren:

bevaren verbo (bevaar, bevaart, bevoer, bevoeren, bevaren)

  1. bevaren
    bevaren
    • bevaren verbo (bevaar, bevaart, bevoer, bevoeren, bevaren)
  2. bevaren
    varen; navigeren; bevaren
    • varen verbo (vaar, vaart, voer, voeren, gevaren)
    • navigeren verbo (navigeer, navigeert, navigeerde, navigeerden, genavigeerd)
    • bevaren verbo (bevaar, bevaart, bevoer, bevoeren, bevaren)

Conjugaciones de bevaren:

o.t.t.
  1. bevaar
  2. bevaart
  3. bevaart
  4. bevaren
  5. bevaren
  6. bevaren
o.v.t.
  1. bevoer
  2. bevoer
  3. bevoer
  4. bevoeren
  5. bevoeren
  6. bevoeren
v.t.t.
  1. heb bevaren
  2. hebt bevaren
  3. heeft bevaren
  4. hebben bevaren
  5. hebben bevaren
  6. hebben bevaren
v.v.t.
  1. had bevaren
  2. had bevaren
  3. had bevaren
  4. hadden bevaren
  5. hadden bevaren
  6. hadden bevaren
o.t.t.t.
  1. zal bevaren
  2. zult bevaren
  3. zal bevaren
  4. zullen bevaren
  5. zullen bevaren
  6. zullen bevaren
o.v.t.t.
  1. zou bevaren
  2. zou bevaren
  3. zou bevaren
  4. zouden bevaren
  5. zouden bevaren
  6. zouden bevaren
diversen
  1. bevaar!
  2. bevaart!
  3. bevaren
  4. bevarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze