Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. bewerken:


Neerlandés

Sinónimos detallados de bewerken en neerlandés

bewerken:

bewerken verbo (bewerk, bewerkt, bewerkte, bewerkten, bewerkt)

  1. bewerken
    bewerken; herschrijven
  2. bewerken
    tekst redigeren; bewerken
  3. bewerken
    bewerken
    • bewerken verbo (bewerk, bewerkt, bewerkte, bewerkten, bewerkt)

Conjugaciones de bewerken:

o.t.t.
  1. bewerk
  2. bewerkt
  3. bewerkt
  4. bewerken
  5. bewerken
  6. bewerken
o.v.t.
  1. bewerkte
  2. bewerkte
  3. bewerkte
  4. bewerkten
  5. bewerkten
  6. bewerkten
v.t.t.
  1. heb bewerkt
  2. hebt bewerkt
  3. heeft bewerkt
  4. hebben bewerkt
  5. hebben bewerkt
  6. hebben bewerkt
v.v.t.
  1. had bewerkt
  2. had bewerkt
  3. had bewerkt
  4. hadden bewerkt
  5. hadden bewerkt
  6. hadden bewerkt
o.t.t.t.
  1. zal bewerken
  2. zult bewerken
  3. zal bewerken
  4. zullen bewerken
  5. zullen bewerken
  6. zullen bewerken
o.v.t.t.
  1. zou bewerken
  2. zou bewerken
  3. zou bewerken
  4. zouden bewerken
  5. zouden bewerken
  6. zouden bewerken
diversen
  1. bewerk!
  2. bewerkt!
  3. bewerkt
  4. bewerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de bewerken