Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. bezuinigen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de bezuinigen en neerlandés

bezuinigen:

bezuinigen verbo (bezuinig, bezuinigt, bezuinigde, bezuinigden, bezuinigd)

  1. bezuinigen
    besparen; bezuinigen; matigen; korten
    • besparen verbo (bespaar, bespaart, bespaarde, bespaarden, bespaard)
    • bezuinigen verbo (bezuinig, bezuinigt, bezuinigde, bezuinigden, bezuinigd)
    • matigen verbo (matig, matigt, matigde, matigden, gematigd)
    • korten verbo (kort, kortte, kortten, gekort)
  2. bezuinigen
    – minder geld uitgeven 1
    bezuinigen
    – minder geld uitgeven 1
    • bezuinigen verbo (bezuinig, bezuinigt, bezuinigde, bezuinigden, bezuinigd)
      • we moeten bezuinigen op de schoonmaakkosten1

Conjugaciones de bezuinigen:

o.t.t.
  1. bezuinig
  2. bezuinigt
  3. bezuinigt
  4. bezuinigen
  5. bezuinigen
  6. bezuinigen
o.v.t.
  1. bezuinigde
  2. bezuinigde
  3. bezuinigde
  4. bezuinigden
  5. bezuinigden
  6. bezuinigden
v.t.t.
  1. heb bezuinigd
  2. hebt bezuinigd
  3. heeft bezuinigd
  4. hebben bezuinigd
  5. hebben bezuinigd
  6. hebben bezuinigd
v.v.t.
  1. had bezuinigd
  2. had bezuinigd
  3. had bezuinigd
  4. hadden bezuinigd
  5. hadden bezuinigd
  6. hadden bezuinigd
o.t.t.t.
  1. zal bezuinigen
  2. zult bezuinigen
  3. zal bezuinigen
  4. zullen bezuinigen
  5. zullen bezuinigen
  6. zullen bezuinigen
o.v.t.t.
  1. zou bezuinigen
  2. zou bezuinigen
  3. zou bezuinigen
  4. zouden bezuinigen
  5. zouden bezuinigen
  6. zouden bezuinigen
diversen
  1. bezuinig!
  2. bezuinigt!
  3. bezuinigd
  4. bezuinigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos alternativos de "bezuinigen":


Definiciones relacionadas de "bezuinigen":

  1. minder geld uitgeven1
    • we moeten bezuinigen op de schoonmaakkosten1