Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. bij:


Neerlandés

Sinónimos detallados de bij en neerlandés

bij:

bij adj.

  1. bij
    erop; bij; erbij

bij

  1. bij

bij [de ~] sustantivo

  1. de bij
    de bij; de honingbij
  2. de bij
    – bij kennis, wakker 1
    de bij
    – bij kennis, wakker 1
    • bij [de ~] sustantivo
      • na de operatie was hij al snel weer bij1
  3. de bij
    – insekt dat honing maakt en kan steken 1
    de bij
    – insekt dat honing maakt en kan steken 1
    • bij [de ~] sustantivo
      • de bijen zwermden om de korf1
  4. de bij
    – om aan te geven dat je iets toevoegt 1
    de bij
    – om aan te geven dat je iets toevoegt 1
    • bij [de ~] sustantivo
      • mag ik er nog wat suiker bij?1

bij

  1. bij
    – in de buurt van 1
    bij
    – in de buurt van 1
    • bij
      • zet je schoenen maar bij de kachel1
  2. bij
    – net zover als de anderen 1
    bij
    – net zover als de anderen 1
    • bij
      • ik ben nog niet bij met m'n huiswerk1
  3. bij
    – om aan te geven dat je er was 1
    bij
    – om aan te geven dat je er was 1
    • bij
      • ik was ook bij het feest1
  4. bij
    – slim, met een vlug verstand 1
    bij
    – slim, met een vlug verstand 1
    • bij
      • Iris is goed bij1

Palabras relacionadas con "bij":

  • bijen

Definiciones relacionadas de "bij":

  1. bij kennis, wakker1
    • na de operatie was hij al snel weer bij1
  2. in de buurt van1
    • zet je schoenen maar bij de kachel1
  3. insekt dat honing maakt en kan steken1
    • de bijen zwermden om de korf1
  4. net zover als de anderen1
    • ik ben nog niet bij met m'n huiswerk1
  5. om aan te geven dat je er was1
    • ik was ook bij het feest1
  6. om aan te geven dat je iets toevoegt1
    • mag ik er nog wat suiker bij?1
  7. slim, met een vlug verstand1
    • Iris is goed bij1

Sinónimos relacionados de bij