Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. bossen:
  2. bos:


Neerlandés

Sinónimos detallados de bossen en neerlandés

bossen:

bossen [de ~] sustantivo, plural

  1. de bossen
    de bossen; de wouden
    • bossen [de ~] sustantivo, plural
    • wouden [de ~] sustantivo, plural

Palabras relacionadas con "bossen":


bos:

bos [het ~] sustantivo

  1. het bos
    – heleboel bomen bij elkaar 1
    het bos
    – heleboel bomen bij elkaar 1
    • bos [het ~] sustantivo
      • we maakten een wandeling in het bos1
    het bosland; het geboomte; het woud

bos [de ~ (m)] sustantivo

  1. de bos
    – langwerpige dingen die bij elkaar gehouden worden 1
    de bundel
    • bundel [de ~ (m)] sustantivo
    de bos
    – langwerpige dingen die bij elkaar gehouden worden 1
    • bos [de ~ (m)] sustantivo
      • ik kocht een bos wortelen1
  2. de bos
    – langwerpige dingen die bij elkaar gehouden worden 1
    de bos
    – langwerpige dingen die bij elkaar gehouden worden 1
    • bos [de ~ (m)] sustantivo
      • ik kocht een bos wortelen1
  3. de bos
    – heleboel bomen bij elkaar 1
    de bos
    – heleboel bomen bij elkaar 1
    • bos [de ~ (m)] sustantivo
      • we maakten een wandeling in het bos1

Palabras relacionadas con "bos":


Definiciones relacionadas de "bos":

  1. heleboel bomen bij elkaar1
    • we maakten een wandeling in het bos1
  2. langwerpige dingen die bij elkaar gehouden worden1
    • ik kocht een bos wortelen1