Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. cijferen:
  2. cijfer:


Neerlandés

Sinónimos detallados de cijferen en neerlandés

cijferen:

cijferen [znw.] sustantivo

  1. cijferen
    cijferen

Palabras relacionadas con "cijferen":


cijferen forma de cijfer:

cijfer [het ~] sustantivo

  1. het cijfer
    het cijfer; het rangnummer
  2. het cijfer
    het cijfer; schoolcijfer
  3. het cijfer
    – teken waarmee je een getal aangeeft 1
    het getal
    – nummer van een of meer cijfers 1
    • getal [het ~] sustantivo
      • noem een getal onder de tien1
    het cijfer
    – teken waarmee je een getal aangeeft 1
    • cijfer [het ~] sustantivo
      • ik noem een getal van twee cijfers1
  4. het cijfer
    – teken waarmee je een getal aangeeft 1
    het cijfer
    – teken waarmee je een getal aangeeft 1
    • cijfer [het ~] sustantivo
      • ik noem een getal van twee cijfers1
  5. het cijfer
    – aantal punten voor een prestatie 1
    het cijfer
    – aantal punten voor een prestatie 1
    • cijfer [het ~] sustantivo
      • Hassan haalt altijd goede cijfers1

Palabras relacionadas con "cijfer":

  • cijferen, cijfers, cijfertje, cijfertjes

Definiciones relacionadas de "cijfer":

  1. aantal punten voor een prestatie1
    • Hassan haalt altijd goede cijfers1
  2. teken waarmee je een getal aangeeft1
    • ik noem een getal van twee cijfers1