Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. cremeren:


Neerlandés

Sinónimos detallados de cremeren en neerlandés

cremeren:

cremeren verbo (cremeer, cremeert, cremeerde, cremeerden, gecremeerd)

  1. cremeren
    verbranden; verassen; cremeren
    • verbranden verbo (verbrand, verbrandt, verbrandde, verbrandden, verbrand)
    • verassen verbo
    • cremeren verbo (cremeer, cremeert, cremeerde, cremeerden, gecremeerd)

Conjugaciones de cremeren:

o.t.t.
  1. cremeer
  2. cremeert
  3. cremeert
  4. cremeren
  5. cremeren
  6. cremeren
o.v.t.
  1. cremeerde
  2. cremeerde
  3. cremeerde
  4. cremeerden
  5. cremeerden
  6. cremeerden
v.t.t.
  1. heb gecremeerd
  2. hebt gecremeerd
  3. heeft gecremeerd
  4. hebben gecremeerd
  5. hebben gecremeerd
  6. hebben gecremeerd
v.v.t.
  1. had gecremeerd
  2. had gecremeerd
  3. had gecremeerd
  4. hadden gecremeerd
  5. hadden gecremeerd
  6. hadden gecremeerd
o.t.t.t.
  1. zal cremeren
  2. zult cremeren
  3. zal cremeren
  4. zullen cremeren
  5. zullen cremeren
  6. zullen cremeren
o.v.t.t.
  1. zou cremeren
  2. zou cremeren
  3. zou cremeren
  4. zouden cremeren
  5. zouden cremeren
  6. zouden cremeren
en verder
  1. ben gecremeerd
  2. bent gecremeerd
  3. is gecremeerd
  4. zijn gecremeerd
  5. zijn gecremeerd
  6. zijn gecremeerd
diversen
  1. cremeer!
  2. cremeert!
  3. gecremeerd
  4. cremerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze