Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir culmineren

Sinónimos de "culmineren" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. culmineren:

Neerlandés

Sinónimos detallados de culmineren en neerlandés

culmineren:

culmineren verbo (culimineer, culimineert, culimineerde, culimineerden, geculimineerd)

  1. culmineren
    culmineren
    • culmineren verbo (culimineer, culimineert, culimineerde, culimineerden, geculimineerd)

Conjugaciones de culmineren:

o.t.t.
  1. culimineer
  2. culimineert
  3. culimineert
  4. culimineren
  5. culimineren
  6. culimineren
o.v.t.
  1. culimineerde
  2. culimineerde
  3. culimineerde
  4. culimineerden
  5. culimineerden
  6. culimineerden
v.t.t.
  1. heb geculimineerd
  2. hebt geculimineerd
  3. heeft geculimineerd
  4. hebben geculimineerd
  5. hebben geculimineerd
  6. hebben geculimineerd
v.v.t.
  1. had geculimineerd
  2. had geculimineerd
  3. had geculimineerd
  4. hadden geculimineerd
  5. hadden geculimineerd
  6. hadden geculimineerd
o.t.t.t.
  1. zal culmineren
  2. zult culmineren
  3. zal culmineren
  4. zullen culmineren
  5. zullen culmineren
  6. zullen culmineren
o.v.t.t.
  1. zou culmineren
  2. zou culmineren
  3. zou culmineren
  4. zouden culmineren
  5. zouden culmineren
  6. zouden culmineren
en verder
  3. is geculimineerd
  6. zijn geculimineerd
diversen
  1. culimineer!
  2. culimineert!
  5. geculimineerd
  6. culiminerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0171 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos