Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. dechiffreren:


Neerlandés

Sinónimos detallados de dechiffreren en neerlandés

dechiffreren:

dechiffreren verbo

  1. dechiffreren
    decoderen; dechiffreren; ontcijferen
    • decoderen verbo (decodeer, decodeert, decodeerde, decodeerden, gedecodeerd)
    • dechiffreren verbo
    • ontcijferen verbo (ontcijfer, ontcijfert, ontcijferde, ontcijferden, ontcijferd)