Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. deel hebben aan:


Neerlandés

Sinónimos detallados de deel hebben aan en neerlandés

deel hebben aan:

deel hebben aan verbo (heb deel aan, hebt deel aan, heeft deel aan, had deel aan, hadden deel aan, deel gehad aan)

  1. deel hebben aan
    deel hebben aan
    • deel hebben aan verbo (heb deel aan, hebt deel aan, heeft deel aan, had deel aan, hadden deel aan, deel gehad aan)

Conjugaciones de deel hebben aan:

o.t.t.
  1. heb deel aan
  2. hebt deel aan
  3. heeft deel aan
  4. hebben deel aan
  5. hebben deel aan
  6. hebben deel aan
o.v.t.
  1. had deel aan
  2. had deel aan
  3. had deel aan
  4. hadden deel aan
  5. hadden deel aan
  6. hadden deel aan
v.t.t.
  1. heb deel gehad aan
  2. hebt deel gehad aan
  3. heeft deel gehad aan
  4. hebben deel gehad aan
  5. hebben deel gehad aan
  6. hebben deel gehad aan
v.v.t.
  1. had deel gehad aan
  2. had deel gehad aan
  3. had deel gehad aan
  4. hadden deel gehad aan
  5. hadden deel gehad aan
  6. hadden deel gehad aan
o.t.t.t.
  1. zal deel hebben aan
  2. zult deel hebben aan
  3. zal deel hebben aan
  4. zullen deel hebben aan
  5. zullen deel hebben aan
  6. zullen deel hebben aan
o.v.t.t.
  1. zou deel hebben aan
  2. zou deel hebben aan
  3. zou deel hebben aan
  4. zouden deel hebben aan
  5. zouden deel hebben aan
  6. zouden deel hebben aan
diversen
  1. heb deel aan!
  2. deel gehad aan
  3. deel hebbende aan
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de deel hebben aan