Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. detineren:


Neerlandés

Sinónimos detallados de detineren en neerlandés

detineren:

detineren verbo (detineer, detineert, detineerde, detineerden, gedetineerd)

  1. detineren
    vasthouden; gevangenhouden; detineren; in hechtenis houden

Conjugaciones de detineren:

o.t.t.
  1. detineer
  2. detineert
  3. detineert
  4. detineren
  5. detineren
  6. detineren
o.v.t.
  1. detineerde
  2. detineerde
  3. detineerde
  4. detineerden
  5. detineerden
  6. detineerden
v.t.t.
  1. heb gedetineerd
  2. hebt gedetineerd
  3. heeft gedetineerd
  4. hebben gedetineerd
  5. hebben gedetineerd
  6. hebben gedetineerd
v.v.t.
  1. had gedetineerd
  2. had gedetineerd
  3. had gedetineerd
  4. hadden gedetineerd
  5. hadden gedetineerd
  6. hadden gedetineerd
o.t.t.t.
  1. zal detineren
  2. zult detineren
  3. zal detineren
  4. zullen detineren
  5. zullen detineren
  6. zullen detineren
o.v.t.t.
  1. zou detineren
  2. zou detineren
  3. zou detineren
  4. zouden detineren
  5. zouden detineren
  6. zouden detineren
en verder
  1. ben gedetineerd
  2. bent gedetineerd
  3. is gedetineerd
  4. zijn gedetineerd
  5. zijn gedetineerd
  6. zijn gedetineerd
diversen
  1. detineer!
  2. detineert!
  3. gedetineerd
  4. detinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze